Adviespunt
seksueel grensoverschrijdend gedrag van schoolmedewerkers

Een incident rond seksueel grensoverschrijdend gedrag waarbij (mogelijk) een medewerker van school is betrokken, slaat meestal in als een bom bij schoolleiding, medewerkers, ouders en leerlingen. Hoe kan de school communiceren met alle betrokken partijen?

Hoe ga je hiermee om?

Bij een dergelijke gebeurtenis komt er veel op een school af. Allereerst ben je bij (het vermoeden van) een zedendelict tussen een medewerker van de school en een leerling als werkgever verplicht aangifte te doen. Meer hierover lees je in ons artikel Aangifte doen in het onderwijs. Ook staat de school voor een dilemma: maken we dit bekend of vertellen we het niet? En als je besluit het te vertellen, dan volgen vragen als: Wie vertellen we het? Wanneer vertellen we het? En hoe vertellen we het?

Sommige scholen kiezen voor bescherming van de betrokken collega en de eigen goede naam van de school en vertellen niets. In de praktijk blijkt dit een weinig verstandige keuze. De vraag van leerlingen en ouders waar de betreffende leraar is, brengt al snel de geruchtenmachine op gang. Een school die niet open communiceert, krijgt vlot het etiket dat ze problemen onder de mat veegt. Een school die ouders en leerlingen zakelijk informeert over wat er gaande is – hoe lastig dat soms ook is – kan op meer vertrouwen rekenen dan de school die de situatie toedekt.

Het is verstandig om als eerste het personeel te informeren. Omdat nieuws zich tegenwoordig nog sneller verspreid via sociale media is het zaak om ouders en leerlingen ook zo snel mogelijk te informeren.

Informeren personeel

Breng medewerkers van de onderwijsinstelling zo snel mogelijk op de hoogte van een incident. Informeer ze bij voorkeur mondeling als het team samen is. Neem telefonisch contact op met personeelsleden die afwezig zijn en in het geval dat het voorval in het weekend bekend wordt.

Formuleer in neutrale bewoordingen. Noem alleen feitelijkheden, speculeer niet en geef geen meningen over de zaak. Geef aan dat ze via de schooldirectie op de hoogte worden gehouden en op welke manier dat gebeurt.

Maak afspraken over het te woord staan van de pers. Raadzaam is om alle contacten met de media via een woordvoerder te laten verlopen. Maak ook afspraken over het gebruik van sociale media. Spreek af dat personeelsleden op geen enkele wijze informatie over de zaak naar buiten brengen.

Vertel personeel hoe de school de ouders op de hoogte brengt. Verwijs ouders met vragen door naar de aangewezen persoon hiervoor. Maak afspraken met het team over hoe jullie het in de klas aan de leerlingen vertellen.

Informeren ouders

De meeste scholen kiezen ervoor om ouders te informeren met een brief. De schoolleiding stelt deze brief op. De brief geeft feitelijke en zakelijke informatie. Zorgvuldigheid is geboden in het belang van de slachtoffers en het beschuldigde personeelslid. Een brief kan de volgende onderdelen bevatten (indien van toepassing):

  • Vermeld in algemene bewoordingen dat een personeelslid wordt verdacht van een zedendelict. Spreek bijvoorbeeld van grensoverschrijdend seksueel gedrag en niet van ontucht of seksuele relatie.
  • Vermeld dat de politie de zaak onderzoekt.
  • Vertel welke concrete maatregelen de school neemt.
  • Geef aan hoe de school ouders op de hoogte houdt van de procesgang.
  • Geef aan waar en bij wie ouders terechtkunnen die vermoeden dat hun kind ook slachtoffer is.
  • Erken fouten. Bijvoorbeeld dat er falend toezicht is geweest. Biedt daarvoor excuses aan en geef aan waar de verbeteringen zitten.
  • Laat de ouders weten dat hun kind terecht kan bij de leraar en/of mentor.
  • Vermeld waar en bij wie ouders terecht kunnen met vragen (naam/telefoonnummer/e-mailadres).
  • Zeg dat de school er alles aan doet om het gevoel van veiligheid bij leerlingen en ouders te herstellen.
  • Laat weten op welke manier jullie op school aan de leerlingen vertellen wat er gaande is.

Voorbeeldbrieven

Om de ouders te informeren heeft de school de keuze uit een aantal middelen of een combinatie daarvan. De brief en de ouderavond zijn de klassieke middelen. Ook kun je de website van school gebruiken voor communicatie met ouders.

Vaste elementen in schriftelijke communicatie naar aanleiding van seksueel grensoverschrijdend gedrag (van een leerling of een medewerker) zijn:

  • Feitelijke informatie over de zaak, waarbij je de privacy van alle betrokkenen beschermt. Duid daarbij de aard van de beschuldiging globaal aan, bijvoorbeeld met termen als ‘grensoverschrijdend gedrag’.
  • De maatregelen die de schooldirectie genomen heeft.
  • De maatregelen die nog zullen volgen.
  • Waar en bij wie ouders terecht kunnen als zij meer informatie willen.
  • Een oproep om terughoudend over de zaak te communiceren.

Download enkele voorbeeldbrieven (pdf, Stichting School & Veiligheid) uit de praktijk. Het zijn voorbeeldbrieven die je kunt gebruiken om aan ouders te sturen in geval van incidenten rond grensoverschrijdend gedrag, een ernstig incident en een verwijsbrief naar hulpinstanties. De voorbeeldbrieven zijn geen stappenplannen, maar voorbeelden van hoe je kunt communiceren. De stappen die je kunt nemen, hangen af van situatie, protocollen enzovoorts.

Deze voorbeeldbrieven van zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Instituut voor Psychotrauma (IVP) en GGD Hollands Midden.

Informatieavond

Het informeren van ouders en betrokkenen via een informatieavond is een persoonlijke manier. Uit de praktijk blijkt wel dat dit dikwijls voor onrust zorgt. Scholen worden onderworpen aan een vragenvuur van (angstige en boze) ouders en emoties lopen vaak hoog op. Kies je voor deze wijze van informeren dan is het raadzaam naast een vertegenwoordiger van de school (directie / bevoegd gezag) ook externe personen uit te nodigen zoals een woordvoerder van de politie. Daarmee laat de school zien de zaak serieus te nemen en kunnen de aanwezige deskundigen de (lastige) vragen beantwoorden.

Een informatieavond heeft echter alleen zin als de school en/of hulpinstanties voldoende informatie kunnen geven over wat er gebeurd is. En je moet kunnen aangeven wat de school heeft gedaan in reactie hierop.

Hoewel een informatieavond voor veel scholen een bekende activiteit is, is het in dit soort gevallen extra belangrijk om zorgvuldig te zijn.

Afweging: wel of geen informatieavond?

Er kunnen omstandigheden zijn waarbij een bijeenkomst heel passend en effectief is. Dat is afhankelijk van de situatie. Voor de aankondiging van een informatieavond is het handig te overleggen met extern betrokken partners, zoals politie, gemeente, GGD of Bureau Jeugdzorg. Deze partijen hebben meestal ervaring met dit soort bijeenkomsten en hun aanwezigheid op die avond kan in sommige situaties zinvol zijn.

Stel vooraf het doel van de informatieavond vast

Om de avond te laten slagen, is het belangrijk dat de verwachtingen van de school en de ouders overeenkomen. Maak dus vooraf – via de uitnodiging – duidelijk wat het doel van de bijeenkomst is. Voorbeelden zijn:

  1. Informatie delen
  2. Stemming peilen
  3. Ruimte voor emoties
  4. Visie en maatregelen van school toelichten

Ook is het handig om te weten op welke wijze ouders zich voorbereiden op deze bijeenkomst. Soms nemen ouders een advocaat mee.

Aanwezigheid professionals

Het is in ieder geval noodzakelijk dat een schoolleider aanwezig is: het toont het belang dat de school aan de zaak hecht. Daarnaast krijgt de schoolleider op een dergelijke avond veel informatie over hoe ouders tegen een incident aankijken. Op basis daarvan kan hij/zij maatregelen en vervolgacties nemen. Afhankelijk van de impact van het incident kan het noodzakelijk zijn dat (een deel van) het team aanwezig is. Ook uit oogpunt van solidariteit en professionaliteit, is aanwezigheid van enkele collega’s van belang. Het kan prettig zijn om een onafhankelijk voorzitter aan te stellen, omdat de schoolleider vaak al inhoudelijk betrokken is.

Voorwaarden voor een ouderavond

Er is voldoende informatie om te delen. Als alle informatie die je kunt delen al in de uitnodigingsbrief staat, hebben mensen het gevoel dat ze voor niets gekomen zijn. Een bijeenkomst heeft alleen zin als je aanvullende informatie kunt geven over: de feiten, wat er gedaan is en nog gaat gebeuren, wat ouders aan reacties bij hun kinderen kunnen verwachten en/of wat ze zelf beter wel of niet kunnen doen.

Ouders moeten bereid zijn om te luisteren naar de geboden informatie. Als er veel onvrede is, is een boodschap brengen moeilijk. Dan kan het voornaamste doel zijn dat je luistert naar wat mensen te zeggen hebben. Dat moet je dan ook duidelijk in de uitnodiging zetten. Ouders kunnen dan zelf kiezen of ze behoefte hebben om naar de bijeenkomst te komen.

De relevante partijen zijn aanwezig en hebben de taken goed verdeeld. Zorg dat je samen met enkele partijen (maximaal vier) alle relevante informatie kunt delen en toelichten. De aanwezigheid van de politie kan bijvoorbeeld van belang zijn om uit te leggen waarom in het kader van een strafrechtelijk onderzoek niet alle informatie gedeeld kan worden.

Voorkom echter dat er te veel professionals zijn. Dat wekt namelijk de indruk dat er iets heel ernstigs gebeurd is. De hulpvragen van ouders vallen meestal mee. Het is vaak al voldoende als er een of twee hulpverleners zijn die ouders tijdens de bijeenkomst op kunnen vangen. Het is prettig als deze mensen ook na afloop van de bijeenkomst nog beschikbaar zijn voor ouders met een individuele vraag.

Informeren leerlingen

De aangewezen persoon om leerlingen te informeren over een incident rond seksueel grensoverschrijdend gedrag of misbruik is de leraar of de mentor. Hij stemt de manier waarop hij over het incident vertelt, en de soort informatie die hij deelt, af op de leeftijd van de leerlingen.

Bij leerlingen in het voortgezet onderwijs kun je de brief die je aan de ouders stuurt, voorlezen. Daarna kun je gelegenheid geven om vragen te stellen. In het primair onderwijs kun je tijdens de kring kort vertellen over wat er gebeurd is. Kies taalgebruik die bij de leeftijd past. Aan kleuters kun je bijvoorbeeld vertellen dat de leraar iets gedaan heeft dat niet mag, wat een kindje niet fijn vond, en daarom niet meer op school is.

De schoolleiding stemt met het personeel af welke informatie jullie verstrekken. Denk daarbij aan het volgende:

  • Vertel wat er is gebeurd. Vermeld geen details over het incident maar spreek in algemene bewoordingen.
  • Geef de leerlingen de gelegenheid te vertellen wat zij ervaren hebben. Zo kunnen zij hun verhaal kwijt.
  • Geef de leerlingen de gelegenheid vragen te stellen. Hiermee voorkom je, dat ze zelf gaan gissen naar antwoorden.
  • Vraag leerlingen wat zij denken en voelen. Maak emoties bespreekbaar en laat ze daarbij reageren op elkaar.
  • Geef leerlingen de ruimte er met elkaar over te praten en emoties te delen. Wijs hier bijvoorbeeld een speciale plek (zoals een apart lokaal) voor aan.
  • Geef de naam en bereikbaarheid van de vertrouwenspersoon. Misschien zijn er meer leerlingen slachtoffer zonder dat dit bekend is.
  • Geef aan bij wie leerlingen terecht kunnen als ze verder willen praten over wat er gebeurd is.
  • Geef leerlingen instructies over het delen van informatie over het incident op sociale media. Verbied je het als school? En wat is dan de sanctie als leerlingen het toch doen? Mag het wel en welke spelregels zijn er dan (bijvoorbeeld het niet noemen van namen)?
  • Spreek af op welke dagen en tijdstippen jullie op school spreken over het incident.
  • Verzeker leerlingen dat jullie hen van eventuele nieuwe ontwikkelingen op de hoogte houden.
  • Vertel leerlingen dat jullie hun ouders via een brief informeren waarin ook staat bij wie ze terechtkunnen voor vragen.
  • Waarschuw leerlingen voor journalisten en cameraploegen die bij school kunnen verschijnen. Informeer ze over de afspraken die er zijn gemaakt (bijvoorbeeld over wie de pers te woord staat) en het belang deze afspraken na te leven.

Preventie en voorlichting

Een gebeurtenis rond seksueel misbruik kun je aangrijpen om in de klas het onderwerp ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ te bespreken. Daarmee kun je mogelijk ongewenst gedrag voorkomen. De vertrouwenspersoon van school heeft hierin een belangrijke taak en kan desgewenst de leraar informeren over welke preventieve activiteiten mogelijk zijn.

Primair onderwijs

In de onderbouw van de basisschool kun je praten over wat wel en niet fijn is en hoe je dit een ander duidelijk maakt. Je kunt daarbij gebruik maken van prentenboeken of je kunt oefenen met rollenspellen waarin zij zeggen of ze iets wel of niet fijn vinden; daarmee leren zij op jonge leeftijd een grenzen aan te geven. Bovenbouwleerlingen begrijpen al wat meer over ongewenst (seksueel) gedrag. Met behulp van (voor)leesboeken kun je hierover in de klas praten en daarna oefenen met het zeggen van nee en het aangeven van grenzen.

Voortgezet onderwijs

Leerlingen in het voortgezet onderwijs kun je op diverse manieren voorlichten over ongewenst gedrag en seksueel misbruik. Er zijn voorlichtingsmaterialen, zoals de Praatplaat en de Praatkaart digitaal, die leraren zelf kunnen inzetten. Daarnaast kun je boeken voorlezen, of de leerlingen zelf laten lezen, en deze daarna bespreken. Of je kunt een film over het onderwerp tonen. Er zijn ook theatervoorstellingen voor scholen die thema’s zoals misbruik en ongewenst online gedrag behandelen. Het spel Gedragen Gedrag bevat een leerlingenspel dat je met de klas kunt spelen. Het is bedoeld om het met elkaar te hebben over acceptabel en niet acceptabel gedrag op school.

Vertrouwenspersoon

Om ervoor te zorgen dat leerlingen, ouders en personeel weten bij wie ze op school terecht kunnen als ze te maken krijgen met (seksueel) ongewenst gedrag geeft de vertrouwenspersoon van school voorlichting over zijn of haar functie. Meer informatie hierover en geschikte hulpmiddelen, vind je in onze kennisbank.

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.