Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Communicatie is belangrijk. Dat geldt zeker ook bij incidenten rondom seksueel (grensoverschrijdend) gedrag bij leerlingen onderling. Het vertrouwen van personeel, ouders en leerlingen in de school is een voorwaarde om het incident in goede banen te leiden. Duidelijke, tijdige en frequente communicatie zorgt dat alle betrokkenen het vertrouwen in de school behouden.
Bij seksueel (grensoverschrijdend) gedrag denkt men al snel aan strafbare feiten. Bij kinderen onderling kan het echter ook gaan om onderzoekend gedrag dat past bij de leeftijd. Daarbij kunnen situaties ontstaan, die onwenselijk zijn. Hoe communiceer je daarover als schoolleiding met personeel, ouders en leerlingen?
Goede communicatie is belangrijk vanwege de emoties die een incident kan oproepen. Door bijvoorbeeld sociale media kan er al snel ruis ontstaan. Soms kan (de wijze of afwezigheid van) communicatie een incident zelfs groter maken dan het in eerste instantie was. De zwaarte van het incident bepaalt de manier van communiceren.
Wie moet je hoe informeren? En welke dilemma’s kunnen daarbij een rol spelen? Hieronder lees je enkele praktijkvoorbeelden. Daarbij geven we enkele overwegingen aan die je kunnen helpen. Let wel: geen situatie is hetzelfde. De juiste oplossing kan per school verschillen. Wil je hulp bij een specifiek geval? Neem dan contact op met ons Adviespunt.
Dilemma: Houd ik het incident klein (met het risico dat het bagatelliserend overkomt) of maak ik het groter (met het risico dat het achteraf een storm in een glas water bleek)? Stel: het incident en de onrust is klein, maar je kunt niet inschatten of andere ouders op de hoogte zijn. Toch moet je beslissen welke ouders je gaat informeren: alleen die van de betrokken leerlingen, de ouders van alle leerlingen uit de betreffende klas of misschien wel de ouders van alle leerlingen van de school?
Bij de beantwoording van dit dilemma kun je laten meewegen of de betrokken ouders het wel of niet willen dat ander ouders het weten. Aan de andere kant kan het zijn dat ouders van medeleerlingen uit de betreffende klas van het incident ook kinderen in andere klassen hebben. Of dat deze ouders actief zijn binnen de school, zoals de bibliotheek. Houd er rekening mee dat een incident – ondanks een oproep om terughoudend te zijn in het praten hierover – zich snel kan verspreiden binnen de school.
Dilemma: Als ik niet informeer, geeft dat onrust. Als ik wel informeer geeft dat mogelijk nog meer onrust. Vooral als ik nog niet over alle informatie beschik. Als je nog over (te) weinig informatie over het incident beschikt, kun je nog niet bepalen welke maatregelen je moet nemen. De keuze kan zijn om ouders te informeren over wat wel al bekend is, maar nog geen maatregelen aan te kondigen. Je kunt ook wachten tot er meer bekend is en de rust terug te brengen door maatregelen aan te kondigen.
Bij het afwegen om wel of niet te informeren is het raadzaam om rekening te houden met het sociale mediagebruik onder ouders en leerlingen. Geruchten zijn snel verspreid en dat kan de onrust groter maken.
Dilemma: Kan ik beter iedereen meteen (maar vlak voor het weekend) informeren, of is het beter om tot na het weekend te wachten zodat de school open is? Stel: Je wilt het liefst iedereen zo snel mogelijk informeren, en dat is schriftelijk het meest eenvoudig te realiseren. Maar het is vlak voor het weekend en dan is er niemand bereikbaar als ouders bijvoorbeeld vragen hebben. Wacht je met iedereen te informeren of informeer je toch iedereen direct schriftelijk?
In deze afweging kun je meenemen dat er een kans is dat de informatie zich toch verspreidt via sociale media of de pers, ook als je besluit om niet direct zelf te communiceren. Het liefst houd je zelf de regie. Een andere overweging is om later te informeren zodat je direct op vragen of opmerkingen in kunt gaan. Eventuele misverstanden of onduidelijkheden kunnen dan direct opgehelderd worden en krijgen niet de kans om een eigen leven te gaan leiden, dat zou onrust in de hand kunnen werken.
De zwaarte van het incident bepaalt de manier van communiceren met ouders, en het bepaalt met welke (groep) ouders je contact opneemt. De school kan contact opnemen met:
Zeker bij jonge kinderen is het belangrijk om bij incidenten rondom seksueel (grensoverschrijdend) gedrag goed contact met de betrokken ouders te hebben. Spreek met de ouders af wat jullie wel en niet met hun kinderen bespreken bij een incident. Streef ernaar dat school en ouders hierin één lijn vormen, zodat je elkaars wensen en grenzen respecteert.
Het is belangrijk dat ouders weten dat hun reacties op de gebeurtenissen in hoge mate bepalend zijn voor de last die hun kind ervaart. Als zij rustig kunnen blijven en hun kind(eren) tot steun blijven, is de kans groot dat hun kind minder last ervaart van de situatie dan wanneer zij (in het bijzijn van hun kind) overstuur en boos zijn.
Daarnaast geven kinderen vaak het antwoord waarvan zij denken dat hun ouders dat willen horen. Dat levert vaak onduidelijkheid en onjuiste informatie op. Zeker bij jonge kinderen is het hierdoor heel moeilijk en vaak niet mogelijk om helemaal helder te krijgen wat er precies gebeurd is. Als ouders er met hun kind over praten, is het daarom heel belangrijk dat zij open vragen stellen en geen sturende of suggestieve vragen.
In de gesprekken is het van groot belang enerzijds de zorg van de ouders te erkennen en anderzijds de situatie niet groter te maken dan het is. Het kan helpen om het gedrag te relateren aan de ontwikkelfase van kinderen. Het gaat namelijk vaak om onderzoekend gedrag van kinderen, dat bij de leeftijd van het kind past.
Bespreek met de ouders mogelijke oplossingen: bijvoorbeeld een begeleid gesprek met beide kinderen waarin zij excuses kunnen maken. Tijdens dat gesprek kun je bijvoorbeeld ook een actieplan opstellen waarin je samen met de ouders maatregelen en afspraken vastlegt. Andere mogelijke oplossingen zijn bijvoorbeeld: hulpverlening voor kind en/of gezin, tijdelijk extra toezicht in de klas, enzovoorts.
Spreek in termen van ‘betrokken kinderen’ en vermijd de termen ‘dader’ en ’slachtoffer’. Spreek liever over het kind dat initiatief nam en het kind dat iets overkomen is. Vermijd in de gesprekken en in alle communicatie het woord ‘seksueel’. Dat is een lading die volwassenen geven. Voor kinderen speelt dit veel minder. Bruikbare termen zijn ‘intimiderend’, ‘ongepast’ of ‘grensoverschrijdend’.
Ouders willen vaak informatie ontvangen over het precieze verloop van een incident. De afwezigheid van informatie en antwoorden leidt soms tot grote frustratie bij ouders. Ervaring leert echter dat het in bijna alle gevallen onmogelijk is om alle feiten exact te achterhalen.
Tips om ouders te informeren
Bij ernstige incidenten kan de school overwegen om een ouderavond te organiseren, samen met vertegenwoordigers van GGD, Centrum Jeugd en Gezin, wijkteam en/of politie. Een ouderavond heeft echter alleen zin als de school en/of hulpinstanties voldoende informatie kunnen geven over wat er gebeurd is. En je moet kunnen aangeven wat de school heeft gedaan in reactie hierop.
Hoewel een ouderavond voor veel scholen een bekende activiteit is, is het in dit soort gevallen extra belangrijk om zorgvuldig te zijn.
Grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen/jongeren is meestal geen reden om een informatiebijeenkomst te houden. Vaak loont het meer de moeite wanneer je dit soort incidenten oplost met de direct betrokkenen. Informeer andere ouders en leerlingen alleen over het proces waar dat nodig is. Je kunt ouders via een brief informeren en daarin de ouders die daar behoefte aan hebben een gesprek aanbieden.
Uiteraard kunnen er ook omstandigheden zijn waarbij een bijeenkomst heel passend en effectief is. Dat is afhankelijk van de situatie. Voor de aankondiging van een ouderavond is het handig te overleggen met extern betrokken partners, zoals politie, gemeente, GGD, Bureau Jeugdzorg. Deze partijen hebben meestal ervaring met dit soort bijeenkomsten en hun aanwezigheid op die avond kan in sommige situaties zinvol zijn.
Om de avond te laten slagen, is het belangrijk dat de verwachtingen van de school en de ouders overeenkomen. Maak dus vooraf – via de uitnodiging – duidelijk wat het doel van de bijeenkomst is. Voorbeelden zijn:
Ook is het handig om te weten op welke wijze ouders zich voorbereiden op deze bijeenkomst. Soms nemen ouders een advocaat mee.
Het is in ieder geval noodzakelijk dat een schoolleider aanwezig is: het geeft het belang aan dat de school aan de zaak hecht. Daarnaast krijgt de schoolleider op een ouderavond veel informatie over hoe ouders tegen een incident aankijken. Op basis daarvan kan hij/zij maatregelen en vervolgacties nemen. Afhankelijk van de impact van het incident kan het noodzakelijk zijn dat (een deel van) het team aanwezig is. Ook uit oogpunt van solidariteit en professionaliteit, is aanwezigheid van enkele collega’s van belang. Het kan prettig zijn om een onafhankelijk voorzitter aan te stellen, omdat de schoolleider vaak al inhoudelijk betrokken is.
Om de ouders te informeren heeft de school de keuze uit een aantal middelen of een combinatie daarvan. De brief en de ouderavond zijn de klassieke middelen. Ook de schoolsite kan gebruikt worden voor communicatie met ouders.
Vaste elementen in schriftelijke communicatie naar aanleiding van grensoverschrijdend gedrag (van een leerling of een medewerker) zijn:
Download enkele voorbeeldbrieven (pdf, Stichting School & Veiligheid) uit de praktijk. Deze zijn gebruikt voor communicatie naar ouders naar aanleiding van een incident of als uitnodiging voor een ouderavond. De voorbeeldbrieven zijn geen stappenplannen, maar voorbeelden van hoe je kunt communiceren. De stappen die je kunt nemen, hangen af van situatie, protocollen enzovoorts.
Deze voorbeeldbrieven van zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Instituut voor Psychotrauma (IVP) en GGD Hollands Midden. Het betreft brieven die gestuurd kunnen worden naar ouders in geval van incidenten rond grensoverschrijdend gedrag, een ernstig incident en een verwijsbrief naar hulpinstanties.
De aangewezen persoon om leerlingen te informeren over een incident rond seksueel grensoverschrijdend gedrag is de leraar/de mentor. De leraar/mentor stemt de manier waarop het verteld wordt en de soort informatie die wordt gedeeld af op de leeftijd van de leerlingen. Bij vo-leerlingen kan de brief aan de ouders worden voorgelezen. Daarna kan er gelegenheid worden gegeven tot vragen. In het primair onderwijs kan tijdens de kring kort worden verteld over het gebeurde. Kies bewoordingen en taalgebruik die bij de leeftijd past. Met de schoolleiding wordt afgestemd welke informatie wordt verstrekt.
Bij een ernstig incident kun je denken aan het volgende:
Een ernstig incident kan aangegrepen worden om in de klas het onderwerp seksueel grensoverschrijdend gedrag te bespreken. Daarmee kan ongewenst gedrag mogelijk worden voorkomen. De vertrouwenspersoon van school heeft hierin een belangrijke taak en kan desgewenst de leraar informeren over welke preventieve activiteiten mogelijk zijn.
In de onderbouw van de basisschool kan gepraat worden over wat wel en niet fijn is en hoe je jouw wensen en grenzen aan een ander duidelijk maakt. Er kan gebruik worden gemaakt van prentenboeken of worden geoefend met het uiten van ja/nee gevoelens aan de hand van rollenspellen. Bovenbouwleerlingen zullen meer begrijpen over ongewenst (seksueel) gedrag. Met behulp van (voor)leesboeken kan hierover in de klas worden gepraat en daarna kan geoefend worden met het zeggen van nee en het aangeven van grenzen.
Leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen op diverse manieren worden voorgelicht over ongewenst gedrag en seksueel misbruik. Er zijn voorlichtingsmaterialen, zoals de Praatplaat Ongewenst Gedrag en de Praatkaart digitaal, die leraren zelf kunnen inzetten. Daarnaast kunnen boeken (voor)gelezen en besproken worden of kan een film over het onderwerp worden vertoond. Er zijn ook theatervoorstellingen voor scholen die thema’s zoals misbruik en ongewenst online gedrag behandelen. Het spel Gedragen Gedrag bevat een leerlingenspel dat met de klas gespeeld kan worden. Het is bedoeld om het met elkaar te hebben over acceptabel en niet acceptabel gedrag op school.
Om ervoor te zorgen dat leerlingen, ouders en personeel weten bij wie ze op school terecht kunnen als ze te maken krijgen met (seksueel) ongewenst gedrag geeft de vertrouwenspersoon van school voorlichting over zijn of haar functie. Meer informatie hierover en geschikte hulpmiddelen, vind je in de kennisbank.
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.