Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Peers: leerlingen betrekken, betrokken leerlingen
Waarom zou je als school werken met leerlingbemiddeling? Omdat gebleken is dat leerlingbemiddeling goed is voor de leerlingen zelf. Ze werken op deze manier aan hun sociale vaardigheden én aan hun zelfvertrouwen. Een andere, veelgebruikte term is peer mediation. Peers (Engels woord voor ‘gelijken’, in dit geval de leerlingen) helpen elkaar met hun verworven kennis, inzicht en ervaring.
Bewezen is dat peersupport een positief effect heeft op leerlingen met een verkeerd studiegedrag, gebrek aan motivatie of integratieproblemen. Leerlingbemiddeling leidt tot een stijging van hun studieprestaties en een groei van hun zelfvertrouwen. Voor de school is het effect ook gunstig. Leerlingen voelen zich gezien, betrokken en verantwoordelijk. De sfeer op school verbetert en daarmee groeit de sociale veiligheid. In dit artikel leer je de diverse ‘peers’ kennen.
Er zijn verschillende manieren waarop leerlingen elkaar helpen op school. Er zijn overeenkomsten, maar er zijn ook duidelijke verschillen:
Bij peersupport koppelt de school (oudere) leerlingen aan (jongere) leerlingen. De ene leerling vervult dan de rol van peermentor, peertutor, peerleader, peermediator, peercoach of studiebegeleider voor de andere leerling. Ook kunnen zij optreden als gids, gastheer of gastvrouw, vertrouwenspersoon, supervisor, conflictbemiddelaar of studieloopbaanbegeleider. Steeds meer scholen schakelen leerlingen in om nieuwe leerlingen te laten ‘landen’ en voor het oplossen van conflicten.
Met de term leerlingbemiddeling bedoelen wij ook peermediation. Leerlingbemiddeling betekent dat leerlingen optreden als bemiddelaar in conflicten tussen leerlingen. Zij gebruiken daarbij specifieke methoden om de partijen tot een eigen oplossing te laten komen.
De aandacht bij leerlingbemiddeling richt zich niet primair op het vaststellen van de schuld en op het straffen. Beide partijen moeten hun gevoelens leren uiten en onderzoeken hoe zij in de toekomst samen verder kunnen leven en werken. Het streven is dialoog en verbinding: de betrokkenen bij het conflict communiceren met elkaar en werken samen aan een oplossing. Dit biedt leermogelijkheden voor alle partijen.
Leerlingen leren begrip te hebben voor wat een ander ervaart en daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Dit moeten zij vervolgens omzetten in daden waarmee zij de schade herstellen. Hierdoor kunnen zowel dader als slachtoffer weer normaal deel kunnen uitmaken van de groep waartoe zij behoren.
Bemiddeling door leeftijdsgenoten is niet alleen gunstig voor de leerlingen die een conflict hebben, maar ook voor het schoolklimaat en de leerlingbemiddelaars. Uit Amerikaans onderzoek blijkt namelijk dat leerlingbemiddeling een bijdrage levert aan een positief schoolklimaat en aanvullend kan werken als het gaat om het vergroten van sociale competentie en jeugdparticipatie.
Leerlingbemiddeling levert:
Leraar: “Het valt op dat de leerlingen sinds de invoering van de leerlingbemiddeling meer rekening houden met elkaar. Kinderen zijn aardiger voor elkaar. Er zijn veel minder ruzies en pesterijen. Leraren komen meer aan hun lestaak toe en verspillen minder tijd aan het oplossen van ruzies.”
Leerlingbemiddeling werkt alleen als het op een goede wijze is ingebed in de school, als het past bij de cultuur van de school en er draagvlak is bij team en ouders. Hier is een verbindende school voor nodig en geen repressieve.
Leerlingen waarschuwen om elkaar niet uit te schelden, merkt brugklasser Kaoutar: “Schei uit, anders moeten jullie naar de leerlingbemiddeling.”
Niet alle conflicten zijn geschikt voor leerlingbemiddeling. Langlopende ruzies of ruzies waarbij meer dan vier leerlingen zijn betrokken. Ook wanneer de wet is overtreden kun je dit niet oplossen via leerlingbemiddeling. In zo’n geval moet je de politie inschakelen.
Ook bij ruzies tussen leraren en leerlingen kunnen leerlingbemiddelaars niet in actie komen. Dit omdat er geen sprake is van en gelijkwaardige relatie tussen leerling en een medewerker.
Daarnaast kun je alleen bemiddelen tussen personen die dat zelf willen. Dus leerlingbemiddeling is ook niet toepasbaar bij onwillige leerlingen.
Soms hebben conflicten (deels) te maken met botsingen tussen subculturen. Dan kunnen de bemiddelaars alleen helpen oplossen als zij zich in het perspectief van verschillende groepjes kunnen verplaatsen. En ze moeten zich opstellen als neutrale partij. De vraag is echter of leerlingen bij wie zij bemiddelen, hen wel als neutrale leerlingbemiddelaar zien, of juist als partijdig lid van een bepaalde groep. Om dit te ondervangen moet een school zorgen voor een goed gemêleerde groep van bemiddelaars.
Een vertrouwensleerling biedt medeleerlingen een luisterend oor. Daarnaast verwijst hij hen door naar mentoren, leerlingbegeleiders en zorgteam. Een vertrouwensleerling vangt signalen van pesten en intimidatie eerder op. Zo kan voorkomen worden dat leerlingen met problemen in een isolement raken. Een vertrouwensleerling is de vooruitgeschoven post van de leerling-begeleiding. Plus- en minpunten van het werken met vertrouwensleerlingen:
Een aantal middelbare scholen werkt met zogeheten schoolwachten. Leerlingen uit de hogere klassen houden – al dan niet gekleed in speciale, opvallende jassen – in tweetallen toezicht tijdens de pauzes in de kantine, op het schoolplein en in de gangen. De schoolwachten spreken medeleerlingen aan op ontoelaatbaar gedrag (zoals bijvoorbeeld het laten slingeren van rommel). Wanneer dit gedrag niet wijzigt dan kan de schoolwacht een gele of rode kaart geven. De leerling in overtreding, moet dan op gesprek bij de mentor of schoolleiding en de ouders worden ingelicht. De schoolwachten zelf voelen zich betrokken en gewaardeerd.
Stewards hebben een soortgelijke functie. Zij houden toezicht in de pauze en bemiddelen bij conflicten.
Leerlingmentoren zijn leerlingen die minder ervaren – vaak jongere – leerlingen ondersteunen en helpen om hun weg te vinden op school. Leerlingmentoring wordt ingezet als aanvulling op de bestaande leerlingzorg.
Leerlingcoaches zoals bedacht door Carl Steinmetz, is een variant op de leerlingmentor. Elke leerlingcoach heeft gemiddeld vier brugklas-leerlingen onder zijn of haar hoede. De leerlingcoaches hebben maandelijks een uitje met de leerling die ze coachen want het systeem gaat uit van ‘samen leuke dingen doen’. Voor minder leuke dingen helpt de leerlingcoach een oplossing te vinden.
“Ik werd altijd al vaak aangesproken door vrienden die problemen hadden. Nu ik getraind ben als leerlingmentor, heb ik geleerd om nog beter te luisteren en te vragen wat er precies aan de hand is. Vaak komen anderen in zo’n gesprek zelf al tot een oplossing. Omdat ze hun gedachten beter op een rijtje hebben gekregen.” Sacha 16 jaar
Peerleaders zijn ook leerlingen die ingezet worden om jongerejaars te helpen, wat de sfeer op school ten goede komt. Naar Amerikaans model kunnen leerlingen worden ingezet bij:
Het CCV biedt informatie over leerlingbemiddeling, met onder andere een handboek (pdf) en een checklist (pdf).
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Andere kennisbank artikelen over dit onderwerp.
Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of om te spelen met leerlingen of ouders in het primair onderwijs. Naast de versie voor het primair onderwijs is er ook een versie voor het voortgezet onderwijs en mbo.
Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of leerlingen. Naast de versie voor het vo en mbo is er ook een versie voor het po.
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.