Let op: Vanwege de kerstvakantie is het Adviespunt gesloten vanaf 20 december 16.00. Maandag 6 januari 2025 zijn wij weer bereikbaar. In geval van een calamiteit zijn de adviseurs van het calamiteitenteam 24/7 bereikbaar.
Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Schoolveiligheid is allereerst een zaak van de school zelf. Dit betekent niet dat de school er helemaal alleen voor staat. Er zijn situaties waarin de school samen kan of zelfs moet werken met andere partijen, zoals de politie. Niet alleen bij mogelijke strafbare feiten, ook in de preventieve sfeer kunnen school en politie veel voor elkaar betekenen.
Het is goed als beide partijen weten wat ze aan elkaar hebben en wat ze van elkaar kunnen verwachten. School en politie kunnen deze afspraken vastleggen in een zogeheten convenant.
In het convenant moet onder andere staan hoe jullie met de AVG omgaan. Omdat het in een convenant vaak om diverse intenties gaat zijn specifieke leerling-gegevens vaak niet nodig. Bij aangifte vanwege strafbare handelingen, is geen toestemming nodig. Lees hier meer: gegevens verstrekken aan de politie.
Voor een goede samenwerking tussen school en politie is het van belang dat beide partijen een vast aanspreekpunt hebben. Binnen de school kan dat de functionaris zijn die de taak heeft van aanspreekpunt of coördinatie anti-pestbeleid. Deze onderhoudt het contact met de contactpersoon bij de politie. De twee contactpersonen wisselen regelmatig relevante informatie uit. Op deze manier kunnen beide partijen werken aan een vertrouwensband, die noodzakelijk is voor een effectieve samenwerking.
Ter ondersteuning aan de samenwerking tussen de contactpersonen heeft het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) een gespreksleidraad ontwikkeld. Deze gespreksleidraad is bedoeld voor de wijkagent met een schooltaak (of overkoepelend contactpersoon) en de veiligheidscoördinator (of een soortgelijke functionaris) in het po, vo en mbo. Hierin staat waar je aan kunt denken als het gaat om het maken van afspraken. De leidraad bevat een handig invulformulier, waarop de partners hun afspraken gemakkelijk en gestructureerd kunnen bijhouden. In de leidraad kun je bovendien verwijzingen terugvinden naar diverse bronnen en instrumenten waar goede voorbeelden van afspraken in staan.
Het gesprek is een aanvulling op een lokaal of regionaal convenant schoolveiligheid of afspraken met andere partijen als de onderwijsinspectie en lokaal bestuur. Het is dus niet als ‘vervanging van’ bedoeld.
Een goede basis voor samenwerking bestaat in elk geval uit de volgende componenten:
Zorg dat zowel de school als de politie een vaste gesprekspartner heeft. Zo is contact met elkaar opnemen laagdrempelig en kunnen beide partijen snel en effectief handelen. Ook wanneer het gaat om grote onderwijsinstellingen zoals ROC’s, is het aan te bevelen om met een (eventueel vestiging-gebonden) vaste contactpersoon te werken.
Maak in periodes van relatieve rust afspraken met de contactpersonen, zo kan een basis van vertrouwen groeien. Op het moment dat er een incident plaatsvindt, kun je teruggrijpen op de gemaakte afspraken en kun je vervolgens snel handelen. Wacht niet totdat er een incident plaatsvindt.
Gebruik een concrete casus om de samenwerking te analyseren, liefst van de eigen school. Daardoor voelt elke partij het belang van de afspraken.
Scholen en politie/justitie delen taken bij de begeleiding van jongeren op weg naar hun volwassenheid. Sommige taken zijn echter voorbehouden aan politie en/of justitie. Zo zijn opsporing en handhaving bijvoorbeeld politietaken; deze horen niet in het takenpakket van de school. Erken de overeenkomsten, maar ook de verschillen. Stem de afspraken hier op af. Ieders mogelijkheden en kwaliteiten worden zo optimaal benut.
Niet alleen bij een incident of een strafbaar feit kan de schoolleiding de politie inschakelen. Zij kan de hulp van de politie ook inroepen om preventief te werken aan de veiligheid in en om de school. Zorg daarom voor een goede relatie met je contactpersoon bij de politie.
Hoe de school de samenwerking met de politie vormgeeft, staat beschreven in het schoolveiligheidsplan. In het veiligheidsplan staat wat de regels zijn als een leerling een strafbaar feit pleegt, of grensoverschrijdend of onacceptabel gedrag vertoont. Ook moet voor iedereen (personeel, leerlingen en ouders) helder zijn in welke gevallen het bevoegd gezag aangifte doet bij de politie. Daarnaast moet in het veiligheidsplan worden vermeld, indien dat is vastgelegd, dat de school en/of de politie op grond van een convenant het recht heeft om te controleren op wapens.
Met een passage in de schoolgids breng je leerlingen, personeel en ouders op de hoogte van de afspraken die met de politie zijn gemaakt. Hieronder zie je drie voorbeeldteksten.
Voorbeeld 1: Bij buitensporig verbaal geweld en/of fysiek geweld zal de school contact opnemen met de contactpersoon van de politie. Dit geldt voor een ieder die betrokken is bij school, direct of indirect.
Voorbeeld 2: Het in bezit hebben van wapens en/of drugs zal gemeld worden bij de contactpersoon van de politie en zal aanleiding zijn voor gepaste maatregelen. De school is te allen tijden gerechtigd, al dan niet in samenwerking met de politie, de inhoud van de kluisjes te controleren.
Voorbeeld 3: De schoolleiding heeft het recht om, al dan niet in samenwerking met de politie, te controleren op het bezit van verboden middelen en voorwerpen middels controle van de kluisjes en tassencontrole. Tevens heeft de schoolleiding het recht de verboden middelen en voorwerpen in beslag te nemen en hiervan aangifte te doen.
Een school kan alleen wapen- of kluisjescontroles uit (laten) voeren als hierover regels zijn opgenomen in het schoolveiligheidsplan of -reglement. Er is een uitzondering: als in de ondertekende huurvoorwaarden van de kluisjes is opgenomen dat de school deze mag controleren, dan is dat toegestaan, ook al staat het niet in het schoolveiligheidsplan of -reglement.
De politie kan in dit laatste geval ter assistentie aanwezig zijn, maar is niet gerechtigd om kluisjes te openen of leerlingen te fouilleren. Dat mag alleen als er een gerede verdenking bestaat tegen een bepaald persoon. De politie mag bovendien alleen ondersteuning bieden bij het openen van kluisjes. De politie mag zelf uitsluitend een kluisje openmaken als de leerling van het betreffende kluisje verdacht wordt van verboden wapenbezit. Bovendien dient de politie in dat geval te beschikken over een huiszoekingsbevel.
Als de schoolleiding het nodig vindt, kan zij jaarlijks afspraken maken met de politie over – een vooraf vastgesteld aantal – wapencontroles op school. Daarbij kun je denken aan het controleren van tassen en kluisjes op bijvoorbeeld verboden wapens. In dat geval is het belangrijk dat de school heldere afspraken maakt met de politie over de opzet en uitvoering van deze controles. Deze afspraken kunnen schoolleiding en politie gezamenlijk vastleggen in een draaiboek. Op die manier weten alle partijen wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe zij de controle stap voor stap uitvoeren. De schoolleiding moet de afspraak over deze controles ook opnemen in het schoolveiligheidsplan of -reglement. In opdracht van het ministerie van OCW heeft Bureau Beke een checklist wapencontrole opgesteld: invoering controle op wapenbezit binnen scholen.
Een aantal punten is van belang bij het opstellen van afspraken over wapen- en kluisjescontrole:
Bij vermoedens van een strafbaar feit is zorgvuldigheid geboden. De vertrouwensband van de school met de leerling en ouders mag geen onnodige schade oplopen. Het schenden van dit vertrouwen kan de schoolloopbaan van de leerling in gevaar brengen én kan de veiligheidsbeleving van de leerling op een nare manier verstoren. Beide zaken moet de school zien te voorkomen. Tegelijkertijd heeft de school de verantwoordelijkheid om te reageren op vermeende dreiging en onveiligheid.
Leraren weten in de meeste gevallen vanuit hun pedagogisch vakmanschap hoe zij met incidenten om moeten gaan. Maar soms is het nodig om met een aangifte een duidelijk signaal te geven, zowel tegenover de dader als tegenover de gehele schoolgemeenschap. Daarmee trekt de schoolleiding een grens die van belang is voor de veiligheid en de veiligheidsbeleving van leerlingen en medewerkers.
De aangifte staat daarin niet op zich: ook binnen de school moet aandacht zijn voor het omgaan met dader(s) en slachtoffer(s). De school kan deze zaken vastleggen in het aangiftebeleid, een onderdeel van het veiligheidsplan. Dan is voor iedereen duidelijk waar de grenzen liggen en wat er gebeurt als er een grens wordt overschreden.
Scholen voor voortgezet onderwijs schakelen steeds vaker de politie in omdat personen – die niets met de school te maken hebben – in of rond de onderwijsinstelling rondlopen. Dit soort ongewenst bezoek ervaren leerlingen en onderwijspersoneel vaak als bedreigend en/of onprettig. Zeker als daadwerkelijk sprake is van bedreigingen of geweld heeft dit een negatief effect op het veiligheidsgevoel van zowel leerlingen, personeel als ouders.
De politie kan de ongewenste bezoekers bekeuren in verband met overtreding van het toegangsverbod of lokaalvredebreuk, en volgens verwijderen.
Bij een vermoeden van een zedenmisdrijf tussen een medewerker van de onderwijsinstelling en een minderjarige leerling is iedereen die werkzaam is op die onderwijsinstelling wettelijk verplicht om dit te melden. Een personeelslid doet van zijn/haar vermoeden melding bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag overlegt met de vertrouwensinspectie en doet vervolgens mogelijk aangifte bij politie/justitie. Lees meer informatie over de Meldplicht.
Als er sprake is van een (vermoeden van) loverboy-praktijken in (de omgeving van) de school, dan kan de schoolleiding de politie vragen om preventief regelmatig te surveilleren. Daarover kunnen school en politie afspraken vastleggen in het convenant veilige school.
De schoolleiding kan een melding maken bij de politie als zij het vermoeden heeft dat een leerling in handen is gevallen van een loverboy. Als blijkt dat er voldoende (aantoonbare) bewijzen zijn, kan de politie op basis van deze melding overgaan tot vervolging van de loverboy.
School en politie kunnen ook op andere terreinen samenwerken. Omdat het hier om onderwerpen gaat die niet direct te maken hebben met sociale schoolveiligheid, staan deze hieronder slechts kort aangestipt.
Vernieling of diefstal kunnen niet onbestraft blijven. De schoolleiding moet zelf inschatten of zij de hulp van de politie inroept of niet. Bij kleinere vergrijpen kan de school zelf sanctiemaatregelen treffen, zwaardere zaken zal de schoolleiding sneller overdragen aan de politie. Maak hierover afspraken met de contactpersoon bij de politie.
De meeste scholen hebben een verbod op het bezit van alcohol en drugs in hun schoolreglement opgenomen. De politie kan, net als bij controle op wapenbezit, de school assisteren bij het uitvoeren van een controle op alcohol en drugs, bijvoorbeeld bij schoolfeesten. Bij strafbare feiten moet de school natuurlijk onmiddellijk de politie waarschuwen. Lees meer hierover in ons artikel Veilig feesten in het voortgezet onderwijs.
Voorbeelden van politie-inzet op het gebied van verkeersveiligheid zijn: controle op fietsverlichting, handhaven van verkeersmaatregelen bij scholen, ondersteuning bij afnemen van verkeersexamen, enzovoorts.
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.