Vanwege de meivakantie is ons Adviespunt gesloten. Op dinsdag 6 mei zijn we weer bereikbaar. Ons calamiteitenteam is wel 24/7 bereikbaar via 030 – 285 66 16.
Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
In de media is het al jaren een terugkomend thema: ‘Criminelen ronselen jongeren voor gedwongen criminaliteit’. Leerlingen worden doelbewust door criminelen gelokt met een voor hen aantrekkelijk aanbod en worden vervolgens gemanipuleerd, gechanteerd of zelfs bedreigd om de klusjes van criminelen op te knappen; ook wel criminele uitbuiting genoemd.
Ronselpraktijken komen voor in alle onderwijslagen, van het primair tot aan het voortgezet- en middelbaar beroeps- onderwijs. Naast dat criminelen jongeren ronselen voor criminele uitbuiting, kunnen jongeren ook worden geronseld voor seksuele uitbuiting (loverboyproblematiek). Of we nu spreken over criminele uitbuiting of seksuele uitbuiting, in al deze gevallen is er sprake van een situatie waarbij een jongere wordt uitgebuit.
We spreken van uitbuiting wanneer iemand met een bepaalde machtspositie maakt gebruik van een jongere voor diens eigen gewin. Jongeren die worden uitgebuit, zijn vaak al kwetsbaar, bijvoorbeeld omdat zij een licht verstandelijke beperking hebben of kampen met psychische problemen. De personen die deze jongeren ronselen, zoeken hen hier dan ook op uit.
Gewelddadige extremisten (zoals bijvoorbeeld de jihadistisch ideologie of de rechtsextremistische ideologie) beschouwen het internet en sociale media als een cruciaal communicatiemiddel voor het bewust verspreiden van hun ideologie. Sociale media is niet meer uit ons leven te denken. Iedereen, maar veelal jongeren zijn vaak urenlang actief op internet. Een leerling kan zowel offline als online in aanraking komen met deze radicale propaganda. Met name leerlingen die zoeken naar betekenis, identiteit, rechtvaardigheid of sensatie kunnen hiervoor ontvankelijk zijn.
Met behulp van internet kan een proces in gang gezet worden waarbij ideologievorming, ideologieversterking en ideologische indoctrinatie plaatsvindt. Er wordt bewust gewerkt aan het vormen van een sterke afkeer tegen de samenleving en actieve onverdraagzaamheid naar andere bevolkingsgroepen. Deze propagandasites bieden een uitgelezen plaats om kwetsbare jongeren te rekruteren en mee te trekken in een radicaliseringsproces.
Deze ronselpraktijken voltrekken zich buiten de directe waarneming van docenten of onderwijsondersteunend personeel. Leerlingen of studenten worden opgewacht op of rond het schoolplein, buiten het toezicht van de school. Ook online worden jongeren geronseld – bijvoorbeeld via Instagram of Telegram. Soms worden jongeren die geronseld zijn ook weer ingezet om andere jongeren te ronselen. Dit vergroot de anonimiteit van de “echte” dader én brengt de ronselpraktijken letterlijk de school in.
Preventie bestaat voor een belangrijk deel uit het minimaliseren van de anonimiteit in de school en de directe omgeving daarvan. Op grote scholen is dat soms lastig, zeker wanneer er geen toegangscontrole is. Dit risico neemt momenteel toe omdat controles steeds vaker worden afgeschaft. Het is daarom goed om duidelijke afspraken te maken:
Preventie zit ook in aandacht binnen het onderwijsaanbod voor het risico van ronselaars en hun manier van werken. Besteed in lessen burgerschap en maatschappijleer aandacht aan het inschatten van betrouwbaarheid en een kritische houding bij ‘te mooi om waar te zijn’. Eventueel kun je externe deskundigen en ervaringsdeskundigen inschakelen bij deze lessenBijvoorbeeld de voorlichting van Halt: De kosten van snel geld verdienen..
Ouders kunnen een belangrijke rol spelen bij het terugdringen en aanpakken van (be)dreiging. Studenten vertellen soms thuis wat ze zien op school en welke vermoedens ze hebben. Wanneer ouders de weg naar school weten te vinden om dergelijke signalen te delen, dan nemen de signaleringsmogelijkheden en de kansen voor begeleiding toe. In dit kader moet niet gedacht worden aan een soort ‘kliklijn’. De signalen moeten geanonimiseerd gedeeld kunnen worden. De school moet die signalen dan matchen met andere signalen.
De pedagogische verantwoordelijkheid van de school stopt niet bij de uitgang van de klas of de voordeur van de school. Van scholen mag worden verwacht dat ze beschikken over (proportionele) deskundigheid in het signaleren van afwijkend in de schoolomgeving. Het delen van signalen met relevante partners hoort daarbij. De primaire taak van de school is goed onderwijs. Daarnaast hebben alle medewerkers de plicht om (net als iedere burger) te signaleren en te reageren wanneer er sprake is van dreiging voor personen of de maatschappij.
Neem tijdig contact op met de contactpersoon bij de politie. Als er nog geen vaste contactpersoon is, regel dat dan op korte termijn.
De student zelf is waarschijnlijk het beste aangrijpingspunt om als school actie te ondernemen. Wees alert op veranderingen in gedrag, merk afwezigheid op, trek de reden van afwezigheid na, toon interesse en maak contact. Het zijn allemaal instrumenten om een student die ‘in de knel’ dreigt te komen te bereiken en mogelijk te helpen. Gebruik deze mogelijkheden, zeker als er sprake is van meerdere signalen uit verschillende hoeken.
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Andere kennisbank artikelen over dit onderwerp.
Het is een situatie die veel leraren zullen herkennen: een leerling of student vertoont gedrag dat het gevoel oproept dat er iets niet in orde is. Vaak gaat het om een niet-pluisgevoel dat meer is gebaseerd op onderbuikgevoelens dan op zichtbare gedragingen. Dit kosteloos te downloaden Niet-pluisinstrument kan houvast bieden bij een gesprek hierover.
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang actuele informatie over sociale veiligheid op school.
Meld je aan
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang actuele informatie over sociale veiligheid op school.