Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Veel basisscholen worstelen met vragen over wat normaal seksueel gedrag van kinderen is en wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit artikel gaat in op deze vraag. Je krijgt praktische informatie over het nemen van preventieve maatregelen om ongewenst gedrag te voorkomen. Ook biedt dit artikel een stappenplan voor wanneer zich een incident op school voordoet.
Kleuters spelen ‘doktertje’ uit nieuwsgierigheid naar hun eigen lijf en dat van anderen. Voor hen is het een fantasiespel als ‘vadertje en moedertje’. Dit speelgedrag is een bruikbaar middel voor kinderen om hun eigen lichaam te leren kennen en dat van een ander te onderzoeken. Het zijn experimenten die horen bij het opgroeien.
Seksuele spelletjes in de onderbouw zijn in de meeste gevallen onschuldig en horen bij de normale ontwikkeling van jonge kinderen.
Vanaf vier jaar ontwikkelt zich het schaamtegevoel waardoor het spel geheimzinniger wordt en kinderen zich terugtrekken in hoekjes, hutjes of bosjes.
Het is belangrijk om deze spelletjes van kinderen niet te vergelijken met ‘volwassen seksualiteit’. Dit zijn twee verschillende dingen.
Kinderen leren de wereld kennen door te imiteren. Internet en televisie hebben deze wereld vele malen groter gemaakt. Kinderen imiteren bijvoorbeeld wat ze zien op televisie in muziekclips en films, waaronder seksuele beelden. Kleuters doen aan ‘hoofdvrijen’ omdat ze beelden hebben gezien van orale seks of ‘stapelen’ omdat ze mensen op elkaar hebben zien liggen. Het is van belang te beseffen dat er bij seksueel gedrag van kleuters sprake kan zijn van imitatie.
Wat is normaal? Veel leraren en ouders maken zich vaak meteen ongerust als er zich iets ‘seksueels’ tussen kinderen heeft voorgedaan. Volgens GGD-medewerkers weten ouders en leraren tegenwoordig weinig over de normale seksuele ontwikkeling van kinderen. Niet weten welk seksueel gedrag hoort bij een bepaalde leeftijd, heeft vaak een paniekreactie tot gevolg. Hieronder zie je een schema waarin per leeftijdscategorie kenmerkend seksueel gedrag wordt genoemd.
Dit schema is gemaakt op basis van de publicatie Kleine mensen grote gevoelens; kinderen en hun seksualiteit, geschreven door Sanderijn van der Doef in samenwerking met Rutgers.
Het is belangrijk dat leraren in de onderbouw op de hoogte zijn van de seksuele ontwikkeling van hun leerlingen, en dat zij een gezamenlijke lijn volgen bij normaal/gezond seksueel verkennend gedrag. Denk bijvoorbeeld aan vragen als: ‘Wat doen wij als kinderen doktertje spelen in de poppenhoek?’
Voor sommige kinderen kan het lastig zijn om hun wensen en grenzen te kennen en/of te benoemen; ze zijn niet goed in staat aan te geven dat ze iets niet willen. Kinderen moeten dit vaak nog leren. Sommige kinderen moeten ook leren om anderen niet te dwingen. Je kunt hier in de klas aan werken in het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling. Je kunt bijvoorbeeld voorlezen over deze thema’s (bijvoorbeeld ‘Het is niet leuk’ over seksuele spelletjes en ‘Kaatje cactusbloem’), een rollenspel doen om ‘Nee’ te leren zeggen, of een ‘stel-dat-spel’.
Seksuele opvoeding is ook in het belang van preventie. Praten over vervelende (seksuele) ervaringen doen kinderen alleen als er ook over leuke dingen gepraat wordt. Door kinderen ook ‘seksueel’ op te voeden keur je hun gevoelens en handelingen niet af, maar leer je ze hoe ze op een gezonde manier hiermee om kunnen gaan. Leer kinderen bijvoorbeeld dat aan je piemel of vulva zitten, waar anderen bijzijn, niet netjes is. Vergelijk het met andere dingen zoals neuspeuteren of winden laten.
De volgende regels/afspraken kunnen met kinderen gemaakt worden:
Leraren kunnen (prenten)boeken gebruiken om het onderwerp seksueel misbruik te bespreken in de klas. Boeken over seksualiteit, liefde, vriendschap en relaties gaan soms ook in op grenzen overschrijden en leren aangeven van grenzen.
De school is ook verantwoordelijk voor een fysiek veilige leeromgeving. De praktische inrichting van de school en het klaslokaal moet daarom niet vergeten worden. Verborgen hoekjes in de klas, op de gang en struikgewas op het schoolplein zijn spannend voor kinderen. Maar deze plekken zorgen ervoor dat je als leraar geen zicht hebt op de leerlingen.
Leraren uit de onderbouw kunnen ook praktische maatregelen nemen om zicht op kleuters te houden:
Afspraken en regels Binnen het team kunnen duidelijke afspraken worden gemaakt om onveiligheid als gevolg van seksuele spelletjes tussen kinderen onderling te voorkomen. Hoe gaan we met elkaar om? Welk gedrag vinden we (niet) acceptabel? Wat gebeurt er als je gedrag vertoont dat niet acceptabel is? Verstandig is om gemaakte afspraken op papier te stellen. Bespreek ook omgangsregels op dit gebied in de klas. Bijvoorbeeld: De wc’s zijn om te plassen niet om te spelen. Een kindje tegelijk naar de wc. Niet aan andermans lijf zitten en andersom.
Informeer ouders over de manier waarop de school omgaat met seksueel gedrag van kinderen en de lijn die daarbij wordt gevolgd. Door middel van een nieuwsbrief of een thema-avond kunnen ouders geïnformeerd worden over wat een normale seksuele ontwikkeling is van kinderen.
Maak ook melding van de procedure die de school volgt bij seksuele (grensoverschrijdende) spelletjes en seksueel grensoverschrijdend gedrag in de schoolgids. Bijvoorbeeld dat het Meldpunt Kindermishandeling en huiselijk geweld (Veilig Thuis) wordt ingeschakeld en er hulp wordt gezocht bij professionele instanties. Hiermee laat je als school zien dat je dergelijke kwesties serieus neemt en voorkom je dat er discussie over ontstaat.
Het lijkt of veel leraren het moeilijker vinden om kinderen met hun gedrag te confronteren, zodra het gaat over ‘seksueel’ gedrag. Wanneer je je als leraar geen raad weet met de situatie, bestaat de kans dat je reactie niet passend is bij het gedrag.
Leraren kunnen op een normale manier ingrijpen zoals ze dat ook doen bij ander ongewenst gedrag zoals slaan, dingen afpakken of neuspeuteren. Corrigerend optreden (“doe de kleren maar weer aan”) bij seksueel verkennend gedrag, zoals dokter spelletjes is beter dan boos, streng en bestraffend reageren. Als het seksueel getinte gedrag negatief wordt uitvergroot denkt het kind dat het iets ernstig verkeerds heeft gedaan. Terwijl het meestal gaat om gedrag dat past bij de leeftijd en de normale seksuele ontwikkeling van het kind.
Gaat het om ongewenst seksueel gedrag tussen kinderen onderling dan kan de leraar dit gedrag begrenzen, net als bij andere kinderconfrontaties (ruzies, pesterijen enzovoorts). De leraar kan een gesprek starten met de betrokken kinderen, waarin ze hun gevoelens over het gebeurde kunnen uitspreken. Het kind of de kinderen die de onveilige situatie hebben veroorzaakt, kunnen hun excuus aanbieden. De leraar maakt duidelijke afspraken met de kinderen, zodat ze zich weer veilig kunnen voelen.
Indien de situatie daartoe aanleiding geeft informeert de leraar de schoolleiding over het gebeurde en vervolgens informeert de leraar of schoolleider de betrokken ouders telefonisch over de situatie, het gesprek en de afspraken. Belangrijke leidraad hierbij is, dat het verhaal van de school eerder thuis is, dan de kinderen. Snel handelen en een goede communicatie tussen school en ouders is noodzakelijk voor een adequate afhandeling en om escalatie te voorkomen.
‘Gewoon’ afhandelen zoals hierboven omschreven lukt lang niet altijd, wat afhankelijk kan zijn van de situatie. De emoties lopen hoog oplopen bij situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen. Zowel ouders als schoolpersoneel kan hierdoor geraakt zijn. Het is belangrijk dat de school niet bang is om de kwestie direct bij de kop te pakken en maatregelen te nemen. Alleen dan kan escalatie worden voorkomen. Ook bij onschuldige spelletjes is het van belang dat de school meteen ‘iets’ doet om de veiligheid voor de kinderen te waarborgen, en bezorgde ouders serieus neemt.
Sommige scholen raken van een melding over mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen zo in paniek dat zij niets doen. Op een aantal basisscholen is de zaak hierdoor juist geëscaleerd. Bovendien kan er altijd meer aan de hand zijn dan onschuldig kleutergedrag (bijvoorbeeld seksueel misbruik in de privésituatie). Ook kan een sterk reagerende ouder bijvoorbeeld zelf een misbruikverleden hebben en daardoor heftig reageren als diens kind betrokken is bij seksuele spelletjes.
In de meeste gevallen blijkt het bij seksuele spelletjes te gaan om normaal seksueel gedrag dat past bij de leeftijd van het kind. Maar wat als er meer aan de hand is? De afgelopen jaren werden meerdere zaken breed uitgemeten in de pers: ‘Jongen (7) misbruikt klasgenotes’, ‘Leerling (8) verdacht van misbruik op basisschool’, ‘Kleuter weer in de fout’.
Van seksuele intimidatie en seksueel misbruik is sprake als er macht in het spel is: dwang van een kind of een groepje kinderen. Of oudere kinderen die kleuters betrekken in seksuele handelingen. Er is een aantal zorgwekkende elementen waar personeel alert op moet zijn:
Als het voorval speelt tussen kinderen jonger dan twaalf jaar stelt de politie geen onderzoek in. Kinderen zijn dan nog niet strafbaar. De politie meldt de zaak bij de Raad voor de Kinderbescherming. Er is geen Meldplicht bij de vertrouwensinspectie omdat het speelt tussen leerlingen onderling.
Als op school een vermoeden bestaat dat er meer aan de hand is dan onschuldig seksueel gedrag van kinderen, is het aan de school om verder actie te ondernemen en de schoolveiligheid te herstellen en te waarborgen. De afhandeling van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling blijken scholen in de praktijk moeilijk alléén aan te kunnen, zelfs in gevallen van onschuldige incidenten.
Als het nog niet zeker is wát zich precies heeft voorgedaan (en soms óf zich iets heeft voorgedaan tussen de kinderen), kan het voor de school onduidelijk zijn welke stappen te zetten. Het is niet aan te raden om zelf op onderzoek uit te gaan en uitvoerig de kinderen te ondervragen. Het is wenselijker om contact op te nemen met de zedenpolitie. Bij een verhaal dat nog ‘onduidelijker’ is, is het vooral van belang om de zorgen van de ouders van de mogelijk betrokken kinderen serieus te nemen en er alles aan te doen dat ze zich gehoord voelen door de school. Laat zien dat de school de zaak serieus neemt, maar let daarbij op dat de zaak niet groter wordt gemaakt dan mogelijk het geval is.
Het is dus aan te bevelen nauw samen te werken met expertorganisaties zoals de externe vertrouwenspersoon, de vertrouwensinspectie, GGD en Jeugdzorg, buurtteams, de zedenpolitie,het meldpunt Veiligthuis.nl, de schoolbegeleidingsdienst en in het geval van verwondingen kan ook gedacht worden om naar de huisarts te gaan. Vaak wordt een crisisteam geformeerd, waarin ook schoolvertegenwoordigers en experts zitten.
Betrek de ouders Bespreek met de ouders mogelijke oplossingen. Wellicht is een begeleid gesprek met beide kinderen waarin excuses worden aangeboden en een actieplan waarin maatregelen en afspraken worden vastgelegd voldoende om de veiligheid van de kinderen te garanderen.
Biedt opvang en professionele hulp voor betrokken kinderen en betrokken ouders. Emotionele begeleiding van de betrokken ouders blijkt in de praktijk geen overbodige luxe. Het kan zijn dat ouders vol emoties zitten; hun kind is gekwetst en hun vertrouwen in de school is wellicht geschaad. Voor een ouder met een seksueel misbruikverleden is een grensoverschrijdend incident een pijnlijke confrontatie met de eigen pijn. Maar het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de gekwetstheid van het kind nu en de gekwetstheid (in het verleden) van de ouder – en daar passende hulpverlening bij te zoeken.
Neem maatregelen De school vertegenwoordigt de belangen van de totale schoolgemeenschap. Dat kan betekenen dat de school beslissingen neemt die één van beide partijen niet zint. Scholen zitten bijvoorbeeld met het dilemma: gaat het kind dat het initiatief nam van school of niet? Ook dat kind heeft recht op onderwijs, maar als deze op school blijft, kan dan de veiligheid van de kinderen gegarandeerd worden? Een ideale oplossing lijkt er niet te bestaan. Belangrijk is de ouders altijd te informeren over de gemaakte keuzes en deze te beargumenteren.
Om veiligheid voor alle kinderen te garanderen is het nemen van praktische maatregelen verstandig. Communiceer deze naar de ouders en personeel. Daarnaast kunnen extra (veiligheids)maatregelen genomen worden ten aanzien van het kind dat het initiatief zoals:
Het allerbelangrijkste is om open kaart te spelen en te blijven communiceren met alle betrokkenen. De wijze waarop de school communiceert over de gebeurtenissen hangt af van de (ernst van) het incident en moet goed voelen voor de school.
In dit downloadbare stappenplan staan acties beschreven die ondernomen kunnen worden als er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen. Voor sommige acties geldt dat ze naast elkaar uitgevoerd kunnen of moeten worden. De ernst en specifieke omstandigheden van het incident bepalen wat wel of niet nodig is. Weeg dit steeds zorgvuldig af maar kom wel snel in actie.
Download stappenplan
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Andere kennisbank artikelen over dit onderwerp.
Duidelijke en frequente communicatie over seksualiteit op school is belangrijk om het vertrouwen van personeel, ouders en leerlingen in de school op te bouwen. Bij een incident rond mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen leerlingen kun je hierop voortbouwen. Hoe kun je als school bij een dergelijk incident met alle betrokkenen communiceren?
Met deze kletskaartjes kun je met po-leerlingen praten over ‘elkaar aanraken’. Want dat is niet voor elke leraar of iedere leerling even vanzelfsprekend.
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.