Adviespunt
Stage mbo

Dit artikel geeft BPV-begeleiders van mbo-instellingen adviezen om hun studenten ook tijdens de beroepspraktijkvorming een sociaal veilige leeromgeving te bieden.

De stage of leerwerkplek is een belangrijk onderdeel van de beroepsvorming van de student. Daarom is het de taak van de school om hen te ondersteunen bij of het faciliteren van een passende stage, waar zij de kans krijgen om zich (veilig) te ontwikkelen tot beroepsprofessional.

In dit artikel lees je over de specifieke context en rol van de student, waar en hoe deze zich kan melden bij grensoverschrijdend gedrag en welke stappen je kunt nemen om een veilige leeromgeving te bevorderen en stagediscriminatie tegen te gaan. Delen van deze informatie zijn ook toepasbaar bij de stagebegeleiding van leerlingen in het vmbo.

Positie van de stagiair

Zorgdragen voor de sociale veiligheid van de student tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) kan complex zijn omdat de stagiair een bijzondere positie heeft:

  • De student is zowel leerling als medewerker. Werken staat nu centraal, maar de stage/leerwerkplek is nog steeds een leersituatie. De student leert niet alleen vaktechnische zaken, maar ook in welke situaties die zich veilig of onveilig voelt en hoe die daarmee omgaat. Ook ontwikkelt die zich als medewerker om respectvol om te gaan met collega’s en cliënten. Hierdoor werkt de student aan de beroepshouding.
  • De student staat er redelijk alleen voor: deze moeten verhouden tot diens begeleider, collega’s en leidinggevenden. De student weet dat diens werk wordt beoordeeld en is dus afhankelijk van het oordeel van diens begeleider. Dat kan maken dat het niet altijd gemakkelijk is om in lastige situaties je woordje te doen. Een student wil ook niet worden ervaren als ‘moeilijk’ en daarom een onvoldoende oordeel krijgen. Juist omdat een student in een afhankelijkheidspositie zit, vraagt dit zorgvuldigheid in de voorbereiding op de BPV periode.

Melden van onveiligheid

Betrek als school daarom sociale veiligheid bij de stage. Een stage gaat om meer dan formele kwesties als het aantal uren per week en het laten aftekenen van opdrachten. Het gaat ook en vooral om onderlinge relaties en hoe je daarmee als student kunt omgaan.

“Ruim zes op de tien mbo’ers heeft het gevoel dat ze bij iemand op school terechtkunnen wanneer ze zich niet veilig voelen, maar vijftien procent heeft dat gevoel niet” (JOB-monitor, 2024)

Omdat de stagiair werknemer is van een organisatie, kan die formeel terecht bij de vertrouwenspersoon van de organisatie bij ongewenst en grensoverschrijdend gedrag op de stageplek. Ook kun je studenten wijzen op het meldpunt stagediscriminatie van de eigen instelling (voor praktijkvoorbeelden zie het Kennispunt MBO Beroepspraktijkvorming). In de praktijk zie je echter vaak dat studenten zich veiliger voelen om ongewenst gedrag aan te kaarten bij een vertrouwd persoon die ze kennen vanuit de opleiding, zoals hun studieloopbaanbegeleider. Houd daarom rekening met een verschil tussen de formeel vastgelegde procedures en de laagdrempelige routes die studenten mogelijk kiezen bij het melden van onveiligheid (bijv. stagediscriminatie). Informeer studenten dus ook over deze mogelijkheid. Hiermee verlaag je de drempel en vergroot je de meldingsbereidheid van studenten om onveiligheid op stage aan te kaarten. Denk bij onveiligheid overigens niet alleen aan stagediscriminatie, maar ook aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, intimidatie of pesten.

Op de website van de MBO Raad vind je een Servicedocument Melden en Registreren van Klachten en Meldingen Stagediscriminatie MBO over het delen van meldingen stagediscriminatie bij het meldpunt stagediscriminatie van SBB. Ook heeft elke gemeente een antidiscriminatiebureau waar melding gedaan kan worden.

Vier maatregelen die een veilige stage bevorderen

Eén van de doelstellingen van de Werkagenda MBO ‘Samen werken aan talent’ 2023/2027 (Rijksoverheid, 2023) is om het studenten-welzijn te verbeteren, de (integrale) veiligheid op scholen en leerbedrijven te versterken, en de inclusie te vergroten (doelstelling 1.2). Daarnaast zijn het verbeteren van de stagebegeleiding en het uitbannen van stagediscriminatie belangrijke speerpunten (doelstelling 2.2). Ter bevordering van dit laatste is door de betrokken partijen tevens het Stagepact MBO 2023-2027 getekend en heeft de Rijksoverheid een Toolbox en Checklist gepubliceerd om mbo-Instellingen te ondersteunen bij het tegengaan van stagediscriminatie (doelstelling 2.2 Werkagenda mbo).

Uit de JOB-monitor (2024) blijkt dat studenten al jaren veel positiever zijn over de begeleiding vanuit het leerbedrijf dan over de begeleiding van school. BPV-begeleiders kunnen vier maatregelen nemen om de sociale veiligheid van hun studenten zo goed mogelijk te waarborgen.

1. Schenk bij de voorbereiding op de stage aandacht aan een veilige leeromgeving

Welke maatregelen kun je als begeleider nemen zodat de student onveilige situaties tijdens diens stage durft te bespreken? Hoe bespreek je sociale veiligheid met het leerbedrijf? Wanneer wordt dit een thema in het gesprek met het leerbedrijf? Hierin heb je als begeleider ook een actieve rol.

Leer studenten onveilige situaties herkennen en er woorden aan geven. Het leerbedrijf dient ook een leuke en uitdagende oefenplaats te zijn. Dat bevordert het leren in goed functioneren. Vragen die je aan de studenten kunt stellen in een voorbereidende les:

  • Met betrekking tot beroepsbeoefening:
    Wat wil je leren?
    Hoe ga je in overleg?
    Hoe maak je zaken bespreekbaar?
    Hoe stel je je vragen?
    Hoe krijg je feedback?
    Hoe ga je met elkaar om?
    Welke regels zijn er en hoe leer je deze hanteren?
  • Met betrekking tot persoonlijkheid:
    Wat heb je nodig om je ergens op je plek te voelen?
    In hoeverre kun je bij het oefenen van je beroep jezelf zijn?
    Denk ook aan ongemakkelijke situaties en onderhuidse grappen of opmerkingen. Hoe kun je daarmee als student omgaan?

Individuele weerbaarheid is belangrijk, maar het gaat hier om sociale veiligheid: hoe de werkomgeving je als student beïnvloedt en hoe je als student daarmee omgaat.

Vermeld in de stagegids dat een veilige leeromgeving op de stageplek van belang is om een effectieve leerervaring te hebben. Vermeld ook dat een student het deelt met de praktijkbegeleider of bij een vertrouwd persoon van de opleiding wanneer dit niet het geval is.

Laat specifieke thema’s van onveilige situaties in lessen ter sprake komen. Laat studenten oefenen in het bespreken daarvan in veilige werkvormen. Denk aan onderwerpen als: pesten, discriminatie, seksuele intimidatie of coming-out. Op die manier leren studenten de vaardigheden om onveilige situaties ter sprake te brengen wanneer die hen treffen.

2. Bereid je als BPV-begeleider voor

  • Is het leerbedrijf door het SBB erkend? Het SBB screent stageplekken op sociale veiligheid (zie ‘Reglement erkenning leerbedrijven SBB’, art. 5.1 en 8.1).
  • Bedenk hoe je als begeleider reageert naar het leerbedrijf toe wanneer de student onveilige situaties tegenkomt.
  • Welke begeleiding kun je als school bieden en in welke situaties heb je daarvoor anderen nodig?
  • Welke normen, waarden, regels en omgangsvormen gelden er in het leerbedrijf? Van welk gedragsprotocol wordt gebruik gemaakt?
  • Bedenk hoe je zaken richting het stageadres bespreekbaar maakt.
  • Wat verwacht je van een student die ongepast gedrag jegens een collega ziet? Hoe bereid je de student hierin voor of hoe begeleid je deze hierbij?
  • Bespreek in je team sociale veiligheid van studenten op stage.

3. Informeer de student over de route om onveilige situaties te melden

Iedere student moet weten waar die terecht kan na het ervaren van onveilige situaties. Wij stellen de volgende route voor om onveilige situaties te melden en te bespreken: de praktijkbegeleider → de BPV-begeleider → de mentor en ten slotte de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is er voor wanneer de student er niet uitkomt of de situatie bij de anderen niet durft aan te kaarten. Natuurlijk kan de student de BPV-begeleider vragen om advies bij het bespreekbaar maken bij het leerbedrijf.

Uit onderzoek weten we dat studenten graag gehoord willen worden door iemand die ze vertrouwen; het kan dus verschillen bij wie dat is. Dat betekent dat de onderwijsprofessionals die in contact staan met de studenten voldoende toegerust moeten zijn om gesprekken met studenten te voeren over ervaren onveiligheid.

4. Blijf tijdens de stage informeren naar de sociale veiligheid op de stageplek

Bespreek tijdens de les en de voortgangsgesprekken niet alleen de inhoudelijke voortgang, maar ook het welbevinden van de student. Zorg vooraf dat je op de hoogte bent van specifieke vormen van onveilige situaties die vaker voorkomen of waarover de meldingsbereidheid bij studenten minder groot is. Met die kennis kun je desgewenst doorvragen, afhankelijk van de context van een les of voortgangsgesprek.

  • Steek algemeen in, zodat je kunt reageren op de situaties die de student zelf ter sprake brengt. Hoe is de sfeer op de stageplek? Hoe ervaart de student het aannemen van een professionele rol? Spreek bij negatieve ervaringen af hoe in dergelijke gevallen aan herstel kan worden gewerkt.
  • Zorg voor een veilige sfeer om specifiek te kunnen worden over ervaringen van ongemakkelijke opmerkingen, pesten, discriminatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Benadruk dat delen niet verplicht is, dat studenten ten allen tijde individueel bij hun SLB’er, mentor of ander vertrouwd persoon terecht kunnen en dat het doel van de les is om elkaar te ondersteunen in begrip of het bedenken van herstel. Mocht de student zich bij de SLB’er of ander vertrouwd persoon niet prettig voelen, is er altijd de mogelijkheid om richting de vertrouwenspersoon te stappen om een dergelijke situatie aan te kaarten.
  • Informeer ook naar ongewenst gedrag waarvan de student heeft gezien dat dit bij een collega werd uitgevoerd. Vraag of en hoe je de student kan ondersteunen.

In onderstaand stappenplan beschrijven we hoe je als docent of begeleider een ervaring met discriminatie kunt bespreken met een student. Uitgangspunt is dat het gaat over ervaren discriminatie op de stageplek. Je kunt het model ook hanteren bij andere sociaal onveilige situaties als grensoverschrijdend gedrag of intimidatie.

Stappenplan bespreken stagediscriminatie

Naast het bespreken van een ervaring met discriminatie, is er uit onderzoek nog een aantal tips bekend om als mbo-docent studenten te beschermen tegen de effecten van stagediscriminatie:

  1. Voorkom de nadruk op ‘fixing the student’ in plaats van ‘fixing the system’
  2. Veranker en waarborg het thema stagediscriminatie in de opleiding
  3. Leer studenten wat stagediscriminatie is en hoe je het herkent
  4. Maak duidelijk wat stagediscriminatie is en stel de norm dat stagediscriminatie niet acceptabel is
  5. Stimuleer studenten om steun te zoeken bij anderen in hun omgeving
  6. Reageer als docent positief op de culturele en etnische identiteit van studenten
  7. Wees alert op copingstrategieën die risicovol zijn.

(Bron: Studenten beschermen tegen gevolgen van stagediscriminatie, KIS; 2024)

Inclusie in het mbo

Het streven naar inclusie in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is van cruciaal belang om sociale veiligheid op school te waarborgen. Een inclusieve leeromgeving bevordert een positieve sfeer waarin studenten zich veilig voelen om zichzelf te zijn zonder angst voor discriminatie, pesten of uitsluiting.

Het bevorderen van inclusie in het mbo zorgt ervoor dat alle studenten gelijke kansen krijgen om te leren en te groeien, ongeacht hun achtergrond of beperkingen. Een passende ondersteuning en aanpassingen bieden aan studenten met verschillende behoeften is essentieel om ervoor te zorgen dat zij dezelfde mogelijkheden hebben als hun medestudenten. Dit vermindert gevoelens van uitsluiting en vergroot de betrokkenheid van studenten bij het leerproces.

Inclusief onderwijs in het mbo bereidt studenten tevens voor op de realiteit van de arbeidsmarkt. Door inclusie te bevorderen in het mbo worden studenten voorbereid op de uitdagingen en kansen die ze in hun toekomstige loopbaan tegenkomen (doelstelling 1.2 Werken aan inclusie in het mbo – werkagenda).

In de publicatie ‘Aan de Slag met Inclusie’ vind je meer informatie over het creëren van een veilig klimaat op school, vanuit een pedagogische visie.

Lees meer

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.