Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Handelingskader voor online incidenten tussen leerlingen
Het ‘Stappenplan: omgaan met online incidenten’ is een overzichtelijk handelingskader voor scholen. Het plan laat stap voor stap zien hoe een school kan omgaan met een online incident tussen leerlingen – en hier lering uit kan trekken voor preventief beleid. Aandacht hiervoor is nodig door de grote rol van de sociale media in onze samenleving, waardoor incidenten hiermee ook de veiligheid en het welzijn van een schoolgemeenschap kunnen raken.
Het stappenplan is ontwikkeld voor iedereen met gezag of beslissingsbevoegdheid binnen een school in het po, vo, go en mbo. Dit varieert van de directeur van een basisschool, de zorgcoördinator in het voortgezet onderwijs tot de beleidsmedewerker in het mbo. Of je nu te maken krijgt met een concreet incident of je het schoolbeleid rondom sociale media wilt verbeteren, dit stappenplan helpt je om vanuit een stevig handelingskader actie te ondernemen.
Incidenten waarbij sociale media betrokken zijn, kunnen grote gevolgen hebben voor de veiligheid en het welzijn binnen de school. Dit stappenplan is bedoeld voor situaties waarin:
Voorbeelden van dergelijke online incidenten: er is ongevraagd een naaktfoto of ander gevoelig beeldmateriaal van een leerling gedeeld; er gaat een bangalijst rond; leerlingen zijn publiekelijk vernederd of uitgesloten in groepschats of op sociale media; er zijn online bedreigingen of haatdragende berichten verspreid; nepaccounts worden gebruikt om anderen te pesten, uit te lokken of te manipuleren; challenges of trends op sociale media stimuleren gevaarlijk gedrag.
Voorbeelden van dergelijke online incidenten:
Let op: sociale media ontwikkelen zich continu, waardoor nieuwe vormen van online grensoverschrijdend gedrag kunnen ontstaan. Een ‘lijst’ met mogelijke incidenten is daardoor nooit volledig.
Het stappenplan richt zich specifiek op online incidenten tussen leerlingen (en hiermee bedoelen we ook mbo-studenten). Situaties waarbij ouders of leraren direct betrokkenen zijn, vallen buiten dit stappenplan. De nadruk ligt op het vaststellen van online normen en op het herstellen van de veiligheid op school, ook als de aanstichter niet te identificeren is. Als sociale media een rol spelen in een incident, worden de rolverdelingen vaak diffuus: een slachtoffer kan snel veranderen in een aanstichter en andersom. En omstanders kunnen door delen of liken, mee gaan doen aan het grensoverschrijdende gedrag. Daarom betrekken we in dit stappenplan alle ‘betrokken leerlingen’ en benadrukken we het belang van een verantwoordelijkheid van en voor alle betrokkenen.
Bij elk online incident is het cruciaal dat je als eerste verantwoordelijke bepaalt wie je bij welke stap betrekt. Het stappenplan biedt hiervoor stapsgewijze handvatten die zowel bij complexe als minder complexe situaties houvast bieden. Zo kan het incident zo goed mogelijk worden aangepakt én leiden tot positieve aanpassingen in beleid en preventie.
Lees hieronder de toelichting bij alle stappen van het stappenplan:
Het incident
Hoogstwaarschijnlijk komen de eerste signalen van online onveiligheid binnen via een oplettende ouder, een betrokken leraar/mentor of leerlingen die zelf direct of indirect betrokken zijn bij het incident. Het kan best een grote stap zijn om het incident te melden. Bedank de melder, geef aan dat je de melding serieus neemt en dat je ermee aan de slag gaat. Tip: houd de melder ook op de hoogte van de stappen die volgen.
1. De eerste stappen
Belangrijke externe organisaties bij online grensoverschrijdend gedrag:
De Kindertelefoon Voor kinderen tussen 8 en 18 jaar. Bereikbaar via: 0800-0432 en chat Openingstijden: Elke dag van 11.00 uur tot 21.00 uur.
Alles oké? Supportlijn Voor jongeren tussen 18 en 24 jaar. Bereikbaar via: 0800-0450 en de chat Openingstijden: Elke dag van 14.00 uur tot 22.00 uur.
Helpwanted Voor als je te maken hebt gehad met online grensoverschrijdend gedrag. Voor jongeren tot 26 jaar. Bereikbaar via 020 – 261 52 75 of de chat Openingstijden: vrijdag tussen 07.00 en 23.00 uur, zaterdag en zondag van 11.00 tot 19.00 uur.
Meldknop.nl Voor als er online iets vervelend is gebeurd. Bereikbaar via de website: telefoon, mail of chat
Regel zorg voor de betrokken leerlingen, als dit nodig is. Maak hierbij gebruik van de zorgstructuren binnen de school.
Afhankelijk van de ernst en omvang van het incident, kun je ervoor kiezen om een actieteam samen te stellen. Dit team bestaat uit sleutelpersonen, waarvan de samenstelling per situatie kan variëren. Korte communicatielijnen binnen het team zijn essentieel voor snelle besluitvorming. Dit is van cruciaal belang bij incidenten die snel kunnen escaleren. Een school kan snel handelen en verdere escalatie voorkomen als er effectief wordt samengewerkt.
Het team bestaat in ieder geval uit:
Het team wordt eventueel aangevuld met:
2. Breng het probleem in kaart
Dit is het moment waarop je als actieteam alles in kaart brengt en zorgt dat er helder gecommuniceerd kan worden naar alle betrokkenen en iedereen binnen en buiten de school. Stel je daarbij de volgende vragen:
3. Kom in actie
Overleg met de contactpersoon van de politie van je school; ook als je niet zeker weet of het gedrag strafbaar is of als de daders onbekend zijn. De politie bekijkt met jou de verdere mogelijkheden, waaronder het doen van aangifte.
Informeer de betrokken leerling(en) – en bij minderjarige leerlingen ook hun ouders/verzorgers – dat de politie wordt ingeschakeld.
Zorg dat het slachtoffer bewijsmateriaal (zoals screenshots) bewaart. Als school is het niet de bedoeling om zelf beelden van leerlingen op te slaan, zeker niet bij bijvoorbeeld naaktfoto’s. Wanneer leerlingen minderjarig zijn en dus niet vervolgd kunnen worden, kan de politie ze wel aanhouden en verhoren. Ook kan er een zorgmelding worden gedaan bij een ernstig incident.
Aangifte doen? Informeer het slachtoffer – en bij minderjarige leerlingen ook hun ouders/verzorgers – over de mogelijkheid om zelf aangifte te doen indien het een strafbaar feit betreft. Voor meer informatie: politie.nl/aangifte-of-melding-doen
Maak betrokken leerlingen duidelijk dat het vertoonde online gedrag onacceptabel is. (Bijvoorbeeld via het spel Gedragen Gedrag.) Geef hen inzicht in de gevolgen voor het slachtoffer, henzelf en de groep.
Juist bij online incidenten is er moeilijker een duidelijke aanstichter aan te wijzen. Is de aanstichter wel bekend? Dan kun je ervoor kiezen om het schooleigen sanctiebeleid te volgen om het gedrag van deze leerling(en) te begrenzen.
Informatieplicht: Elke school is wettelijk verplicht de ouders, verzorgers of voogden van een minderjarige leerling te informeren over de vorderingen van de leerling en andere feiten en omstandigheden die het kind van dit persoon betreffen. Als een leerling 18 jaar of ouder is, dus meerderjarig, en handelingsbekwaam, geldt de informatieplicht van de school jegens de leerling zelf.
Gedeelde verantwoordelijkheid: Incidenten rondom sociale media raken zowel de thuissituatie als de school. Daarom is er een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de school zorg draagt voor de veiligheid op school en de ouders voor de online veiligheid. Deze twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door ouders tijdig en zorgvuldig te informeren, voorkom je onduidelijkheid en geef je hen de kans om een actieve rol te spelen in het waarborgen van de online veiligheid.
Samen met de leerling: Het is van groot belang om dit proces zorgvuldig en in samenspraak met de leerling te doen, zodat de pedagogische relatie niet wordt geschaad. Leg duidelijk uit waarom je ouders informeert, wat het doel hiervan is, en welke stappen je gezamenlijk kunt zetten.
Voorkom misverstanden: Door ouders goed te betrekken, voorkom je ook dat zij zelf via sociale media of andere kanalen hun ongenoegen uiten. Zulke uitingen, zoals het publiekelijk te schande maken van aanstichters of het plaatsen van berichten die de school in een negatief daglicht zetten, kunnen de situatie verder laten escaleren. Heldere communicatie met ouders helpt niet alleen bij het gezamenlijk waarborgen van de veiligheid, maar voorkomt ook onnodige spanningen en publieke misverstanden.
LET OP: In sommige gevallen is het een bewuste afweging om ouders niet onmiddellijk te informeren over een incident, vooral wanneer dit de veiligheid van het kind in gevaar brengt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de leerling zich bedreigd voelt door een ouder, of wanneer de situatie van het kind zodanig is dat het de vertrouwelijkheid of bescherming van het kind schaadt. Het waarborgen van de veiligheid en het welzijn van het kind staan altijd voorop. De ouders informeren kan in sommige gevallen pas later of op een andere manier plaatsvinden, wanneer de situatie dat toelaat.
Het actieteam bepaalt wie welke informatie krijgt. Heeft een incident impact op meerdere klassen of op het hele team? Dan is het belangrijk dat iedereen dezelfde informatie krijgt om speculaties te voorkomen en de rust zo veel mogelijk te bewaren. Tegelijkertijd kan het bij gevoelige incidenten nodig zijn om informatie te beperken tot alleen de direct betrokkenen. Bijvoorbeeld: het actieteam informeert de leraren van de direct betrokken klassen en bepaalt welke algemene boodschap nodig is voor de rest van het team.
Zorg voor duidelijke richtlijnen, zodat iedereen weet wat er verwacht wordt. Spreek bijvoorbeeld af dat medewerkers hun vragen of zorgen rechtstreeks bij het actieteam neerleggen. Dit voorkomt dat onrust zich verplaatst naar informele gesprekken. Spreek ook af hoe medewerkers kunnen reageren op vragen of reacties van leerlingen.
Wijs het slachtoffer op instanties die onder meer hulp bieden bij verwijderen van belastend (beeld)materiaal zoals naaktbeelden, beelden van vechtpartijen of vernedervideo’s. Naast de politie kunnen organisaties als Helpwanted.nl het slachtoffer daarin adviseren.
Bij sociale media-incidenten zijn niet alleen de direct betrokken leerlingen geraakt, maar mogelijk ook vrienden, ouders, of leraren. Neem de tijd om te signaleren wie ondersteuning nodig heeft, zoals een luisterend oor of hulp bij het verwerken van emoties.
4. Beperk de schade & herstel de norm
Het is voor iedereen belangrijk dat de norm opnieuw wordt gesteld. Dat doe je door het signaal af te geven dat de normen van toelaatbaar gedrag zijn overschreden.
NB: Soms zijn niet alle leerlingen op de hoogte van het incident, en is dat ook niet nodig. Ook dan kan er gewerkt worden aan deze normen, maar dan zonder te refereren aan het incident.
Maak als actieteam de afweging of ook de ouders van niet-direct betrokken leerlingen op de hoogte gesteld moeten worden. Bij een online incident kán dat verstandig zijn om te zorgen dat het verhaal geen eigen leven gaat leiden.
Houd bij deze afweging rekening met de gevolgen voor en de privacy van de betrokken leerlingen. Uiteraard informeer je niet-betrokkenen altijd zonder de namen van betrokkenen te noemen of specifieke details van het incident.
Bij communicatie over het incident naar alle ouders:
5. Organiseer herstel en nazorg
In de fase van herstel & nazorg staat centraal wat betrokkenen nodig hebben om hun gevoel van veiligheid en vertrouwen terug te krijgen.
Stel ten eerste vast wie binnen de school verantwoordelijk is voor de coördinatie van het herstelproces. Dit kan iemand zijn uit het actieteam, een zorgcoördinator of een schoolpsycholoog.
NB: Nazorg is een onderdeel van het herstelproces.
Houd rekening met de herstelperiode van de betrokken leerlingen. Ga in gesprek met deze leerlingen over wat zij nodig hebben om hun gevoel van veiligheid en vertrouwen terug te krijgen. Dit kan voor elke leerling anders zijn. Onderdeel van een herstelperiode kan zijn dat er gesprekken plaatsvinden met leerlingen, ouders en eventueel externe professionals.
‘Herstelrecht’ is een goede methode om de verstoorde relatie tussen aanstichters en slachtoffers te herstellen. Het uitgangspunt van de methode is dat degenen die met hun gedrag anderen hebben beschadigd, de verantwoordelijkheid krijgen om de aangerichte schade te herstellen. Lees meer over herstelrecht in het onderwijs.
Zorg ervoor dat alle partijen op een goede manier kunnen terugkeren naar school en dat er geen verdere escalatie plaatsvindt.
Maak ruimte voor gesprekken met medewerkers. Online incidenten kunnen ook hen raken, onder meer afhankelijk van de ernst van het incident. Het is belangrijk om ook met medewerkers in gesprek te gaan over wat zij nodig hebben.
Zo controleer je of betrokkenen zich weer veilig voelen en evalueer je de effectiviteit van de getroffen maatregelen. Blijf, indien nodig, zorg bieden aan de betrokkenen. Zorg dat ze weten bij wie ze intern en extern terechtkunnen als ze opnieuw te maken krijgen met ongewenst online gedrag.
Extern: zie het lijstje met belangrijke organisaties bij stap 1 – Regel zorg voor de betrokken leerlingen.
Is er sprake van herhaaldelijk online grensoverschrijdend gedrag? Schakel dan bijvoorbeeld een jongerenwerker in of organiseer een Halt-spreekuur.
Herstel en nazorg betekent ook werken aan preventie: zie stap 7.
6. Evalueer na afloop
Neem de tijd voor een evaluatie zodra de situatie weer onder controle is. De evaluatie dient als leermoment voor zowel het omgaan met incidenten als voor het preventief beleid. Betrek bij de evaluatie niet alleen medewerkers, maar ook betrokken leerlingen, betrokken ouders en – indien van toepassing – betrokken externe partijen.
Evaluatie van het incident en van de aanpak:
7. Werk aan preventie
Door niet alleen te reageren op incidenten maar juist preventief te werk te gaan, werk je aan een cultuur waarin online respectvol en verantwoordelijk gedrag de norm wordt.
Alleen op deze manier werk je aan een veilige en verantwoorde digitale omgeving.
Het is essentieel om samen met de hele schoolgemeenschap duidelijke normen te stellen voor online gedrag. Iedereen binnen de school moet weten wat wel en niet acceptabel is in digitale interacties. Vaak is dit niet anders dan in face to face interacties. Daarom kun je afspraken over online gedrag ook goed integreren in de bredere omgangsregels die je aan het begin van het schooljaar samen met de klas opstelt.
Normen stellen is niet genoeg; begeleid ze ook actief. Dit doe je door middel van mediawijsheid en digitale ethiek. Leerlingen leren bewust omgaan met online communicatie en de impact van hun acties op anderen. Het bevorderen van positief online gedrag speelt hierbij een centrale rol.
Geef leerlingen de verantwoordelijkheid om de afgesproken normen gezamenlijk uit te dragen en te bewaken. Bespreek hoe zij elkaar kunnen helpen om zich aan de afspraken te houden en hoe ze elkaar aanspreken op gedrag dat de normen overschrijdt. Door regelmatig met elkaar te evalueren hoe het gaat met de afspraken, kun je op tijd bijsturen en afspraken bijstellen.
Het is belangrijk om consequent op te treden wanneer de afgesproken normen worden overschreden en de veiligheid binnen de school of de klas door online gedrag in het geding komt. Dit houdt in dat grensoverschrijdend online gedrag wordt begrensd en aangepakt, zodat de veiligheid van leerlingen gewaarborgd blijft. Zorg ervoor dat deze maatregelen helder en transparant zijn, zodat leerlingen weten wat de gevolgen zijn van hun acties.
Ouders hebben een cruciale taak in het begeleiden van hun kind bij de omgang met sociale media. Betrek ouders daarom actief.
Organiseer bijvoorbeeld ouderavonden of workshops over thema’s zoals:
Zorg ervoor dat medewerkers goed zijn toegerust om preventief te werken aan online veiligheid en om online incidenten tijdig te herkennen en aan te pakken. Bied regelmatig trainingen en bijscholingen aan over dit onderwerp.
Zorg dat leerlingen weten bij wie ze terechtkunnen als het online mis gaat: zowel binnen als buiten de school.
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang actuele informatie over sociale veiligheid op school.