Let op: Vanwege de kerstvakantie is het Adviespunt gesloten vanaf 20 december 16.00. Maandag 6 januari 2025 zijn wij weer bereikbaar. In geval van een calamiteit zijn de adviseurs van het calamiteitenteam 24/7 bereikbaar.

Adviespunt

Zijn we (nog steeds) een school waarin alle leerlingen zichzelf in vrijheid kunnen ontwikkelen? Hun seksuele identiteit mogen ontdekken (passend binnen de schoolomgeving) en begrip en respect voor elkaars verschillen hebben? Met de poster ‘Waar begin je’ ga je hier met het schoolteam over in gesprek.

Zes factoren

Op de poster staan infografics van zes factoren* die bijdragen aan een veilige school met betrekking tot gender- en seksuele diversiteit. Deze vormen de leidraad voor individuele of teamgesprekken.

Bestel de gratis poster

Zes factoren

  • 1. Competente leraren

    Aankomende leraren leren tijdens hun opleiding dat jongeren vaak bezig zijn met hun gender- en seksuele identiteit. Ook leren ze daar integer (bewust, respectvol en verantwoordelijk) mee om te gaan.

    Ze hebben de kerncompetenties in huis die nodig zijn om een sociaal veilig klimaat voor alle leerlingen te scheppen. Zo kunnen zij met een open pedagogische houding onderwerpen bespreken die maatschappelijk gevoelig kunnen liggen. Zij laten deze openheid zien – en zijn zo een voorbeeld van respectvolle omgang met elkaar. Ook geven ze door deze open houding ruimte aan gender- en seksuele diversiteit in hun klas en school.

    Aan de slag & verder lezen

  • 2. Uitwisselen met leerlingen

    De school meet en weet hoe veilig lhbti+-leerlingen zich voelen. Ze blijft met de leerlingen uitwisselen over het thema seksuele identiteit en vraagt hen advies over het met-elkaar-omgaan, klassengesprekken en lessen.

    Leraren en teamleiders praten regelmatig met leerlingen over hun gevoel van sociale veiligheid op school. Ze staan open voor de manier waarop leerlingen over identiteit en gender- en seksuele diversiteit binnen de school willen praten. Zo checken zij of het beeld dat zij hebben van de veiligheid op school klopt bij de beleving van de leerlingen. Leraren pakken de uitkomsten van deze gesprekken op in de klas en in hun lessen.

    • In het primair onderwijs geeft 34% van de lhbt- leerlingen aan gepest te worden tegenover bijna 15% van de niet-lhbt’ers. Voor het voortgezet onderwijs wordt 18% van de lhbt- leerlingen gepest tegenover 6% niet-lhbt. (Bron: Veiligheidsmonitor, Veilig op school 2021-2022)

    Aan de slag & verder lezen

  • 3. Doelen stellen

    De leraren zijn betrokken bij de leerlingen, als individuen en als groep. De leraren bedenken samen wat ze met de leerlingen willen bereiken wat betreft respect voor gender- en seksuele diversiteit. Niet alleen op het gebied van kennis, maar ook over houding en gedrag.

    Vanuit de kerndoelen stelt de school leerdoelen vast met betrekking tot burgerschap, diversiteit, seksualiteit en seksuele diversiteit. De school doet dit bij voorkeur samen met de ouders, schoolbreed en vakoverstijgend. Centraal staan de vragen: wie is mijn leerling en wat gun ik mijn leerling?

    Het is dus belangrijk om schoolbreed aandacht te hebben voor gender- en seksuele diversiteit in een positieve én veilige schoolcultuur voor iedereen. Dit werkt het best als zo veel mogelijk teamleden begrijpen hoe de leerdoelen gerelateerd zijn aan de sociaal-emotionele en psychoseksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren.

    Aan de slag & verder lezen

    • In deze gratis e-learning leer je in één van de acht modules meer over de seksuele ontwikkeling van kinderen in het po en het vo. (De e-learning is gemaakt door School & Veiligheid en Rutgers voor de Gezonde School.)
    • De Gendi-tip geeft aan wat jij als leraar kunt doen om een positieve schoolcultuur voor lhbti+ neer te zetten?
    • Hoe werken we op school aan lhbti+-acceptatie? Waar kan dit beter? Zie de GSA Onderwijsstandaard.
    • Ondersteun of creëer een GSA (Gender & Sexuality Alliance) op jullie school.
  • 4. Willen & durven

    Leraren willen en durven te werken aan een integer klimaat rond gender- en seksuele diversiteit. Schoolleiders inspireren, maken plannen en sturen aan. De ouders worden hierin meegenomen.

    Schoolbestuur en schoolleiding zijn er zélf van overtuigd dat zorgdragen voor seksuele identiteit en diversiteit hoort bij hun pedagogisch vakmanschap. Schoolleiders vormen een voorbeeld door betrokkenheid bij hun leraren. De leraren zijn op dezelfde manier een voorbeeld door betrokkenheid bij hun leerlingen. Schoolleiders stellen beleid vast over sociale veiligheid, burgerschapsvorming en seksuele integriteit.

    Het docententeam formuleert gezamenlijk wat ze voor de leerlingen wil betekenen. De leraren voelen zich betrokken bij dit proces en bij het onderwerp. Zo vormt het schoolpersoneel een cultuur die openstaat voor diversiteit en leerlingen opleidt tot kritische en betrokken burgers. In zo’n schoolcultuur is het vanzelfsprekend om ook over seksuele diversiteit te praten en situaties rond seksuele diversiteit niet te vermijden, maar onder ogen te zien.

    De school betrekt de ouders bij het vaststellen van de pedagogische visie. Dat is essentieel. Daarom is een ‘pedagogisch partnerschap’ en samenwerking met ouders, zoals bij het vaststellen van leerdoelen, wenselijk.

    Aan de slag & verder lezen

  • 5. Samen uitvoeren

    Leraren werken samen om gender- en seksuele diversiteit ruimte te geven, want een sociaal veilig leerklimaat is de taak van het team.

    Er zijn gezamenlijk leerdoelen vastgesteld voor een respectvolle houding met betrekking tot gender- en seksuele diversiteit. Schoolpersoneel werkt daarin met elkaar samen en de vaste coördinator krijgt ondersteuning: niet alleen in beschikbare tijd, maar ook in training bij procesveranderingen en het leren bedenken en toepassen van interventies.

    Personeelsleden op het gebied van zorg, veiligheid en vertrouwenszaken passen hun taakstelling aan om leraren en mentoren beter te ondersteunen. Ze zijn niet alleen gericht op incidenten, maar gaan ook preventief te werk. Een incident gebruiken ze om als school van te leren en om het beleid aan te passen. Zij ontvangen trainingen die gaan over aandacht voor gender- en seksuele diversiteit in hun school, genderbewust handelen in de school en de klas, en specifieke zorg voor lhbti+-leerlingen.

    Aan de slag & verder lezen

  • 6. Weten wat je moet weten

    De school weet wat het team nodig heeft en zoekt daarvoor ondersteuning, zoals trainingen op maat voor het team en voor individuele leraren.

    Dat betekent dat individuele leraren of het team bereid zijn om vast te stellen dat ze niet goed genoeg weten hoe ze iets moeten aanpakken. Ze zoeken nieuwe informatie (bijvoorbeeld op Gendi.nl), groeien mét elkaar verder, of zoeken ondersteuning van buitenaf.

    Groeien-met-elkaar kan door samen teamtools te doorlopen. Ondersteuning van buitenaf kan door middel van gastdocenten, trainers en andere aanbieders. Leraren zijn teambreed getraind. Hun pedagogische ontwikkeling wordt trapsgewijs opgebouwd: van burgerschapsvorming van leerlingen tot het bespreken van maatschappelijk gevoelige onderwerpen en zelfreflectie. Ze leren reflecteren op hun professionele handelen in relatie tot hun eigen normatieve overtuigingen wat betreft gender- en seksuele diversiteit. Ook getrainde leraren hebben regelmatig terugkerende intervisie. Leraren worden hierdoor zo zelfstandig dat zij hun handelingsonbekwaamheid niet meer hoeven te compenseren met externe voorlichting.

    Aan de slag & verder lezen

    • Bespreek het onderwerp seksuele diversiteit met meer gemak binnen het onderwijsteam met behulp van deze poster en de bijbehorende Handreiking met vragen bij de Waar-begin-je-poster(Let op: deze handreiking wijkt iets af van de poster omdat deze niet is meegenomen bij de poster-update van 2023.)
    • Heteronormativiteit kan de ontwikkeling en het veiligheidsgevoel van leerlingen in de weg zitten. Maar wat verstaan we onder heteronormativiteit? Hoe heteronormatief denken wij zelf? En kun je hier bewust mee omgaan in de schoolpraktijk? Bekijk het artikel: ‘Alles mag er zijn’.
    • Aan de buitenkant zie je niet altijd of iemand zich mannelijk, vrouwelijk of beide voelt. En iemands seksuele voorkeur is zelden duidelijk zichtbaar. Hoe hou je als professional rekening met diversiteit, zodat iedereen zich gerespecteerd voelt? Leer het met deze incompany training van Rutgers.
    • Zoek je als school een trainer of gastdocent op het gebied van gezonde relaties en seksualiteit? Dan kun je hiervoor terecht bij een nieuwe landelijke databank.
    • Gedragen Gedrag is een teamspel dat het gesprek opent over gedrag op school. Wat vinden jullie acceptabel en niet acceptabel gedrag als het gaat om seksuele diversiteit? Welke afspraken maak je hierover? Gedragen Gedrag po / Gedragen Gedrag vo/mbo.

Bezoek de website Gendi.nl voor inspiratie en (les)materialen om ruimte te geven aan gender- en seksuele diversiteit in de klas en op school.

* De zes factoren zijn gebaseerd op een verkennend onderzoek uitgevoerd door de Onderwijsalliantie voor seksuele diversiteit naar de veiligheid van lhb-leerlingen op scholen. De publicatie ‘Waar begin je (pdf)’ (2017) doet daarvan verslag.

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.