Adviespunt
Close-up van een vel papier met blauw schrift gerelateerd aan Radicalisering. School en Veiligheid

Je kunt niet wegkijken als je vermoedt dat een of meerdere studenten radicaliseren. Het signaleren en het onderzoeken van niet-pluis gevoelens behoort tot de pedagogische taak van de school. Maar wanneer ga je met een individuele student hierover het gesprek aan? Hoe voer je zo’n gesprek en wat doe je na afloop?

Soms zegt een student iets dat je recht in je hart raakt. Dat doet iets, en brengt je wellicht uit balans. Ga op zo’n moment niet direct het gesprek aan. Gun jezelf de tijd om jezelf te vinden en het gesprek voor te bereiden. Maar vermijd het niet.

“Het was allemaal niet waar”Trudy Coenen, docent op Montessori College Oost in Amsterdam, Trouw (23 februari 2015), zeiden mijn studenten. Die redacteuren van Charlie Hebdo zijn helemaal niet vermoord. Het zou één groot complot zijn van de Amerikanen, in hun ogen terroristen. “Ik heb me vier dagen beroerd gevoeld. Ik stop met lesgeven, dacht ik. Wat een achterlijk zooitje. Hoe verzin je het om in een complot te geloven? Je ziet de beelden toch, hoe kunnen ze zoiets afschuwelijks niet geloven?” 

Ben jij de juiste persoon?

Ben jij de aangewezen persoon om het gesprek aan te gaan met de student in kwestie? Een leerplichtambtenaar die al een half jaar op de nek van de student zit om verder schoolverzuim te voorkomen, is wellicht niet de aangewezen persoon om een gesprek aan te knopen ook al signaleert hij het niet-pluis gevoel. Zoek een collega die nog de beste relatie heeft met de student en laat diegene het gesprek aangaan. Het gaat erom in verbinding te blijven.

Verhelder het doel

Bedenk goed voor jezelf wat het doel is van het gesprek. Het doel is in eerste instantie niet om de student van mening te doen veranderen of hem/haar te overtuigen van zijn ongelijk. Daarmee bevestig je mogelijk zijn/haar beeld van de maatschappij en het gevoel dat hij/zij er niet thuishoort.

Het gaat in eerste instantie om motieven te verhelderen, voedingsbodem af te tasten en triggers in beeld te krijgen. Het primaire doel is om te achterhalen wat er speelt en wat deze student beweegt. Waar is hij/zij boos, bang of blij over? Radicale jongeren maken zich meestal ernstig zorgen om de wereld om zich heen. Breng een student aan het denken door in woorden en daden te laten zien dat het wij/zij verhaal niet klopt. Zorg voor grijs, en hou vervolgens op. Probeer niet te overtuigen of het wereldbeeld te ontkrachten.

Tips: tijdens het gesprek

  • Begin met de aanleiding van het gesprek. Waardoor ontstond je zorg? Geef dit aan en koppel daar een vraag aan die oprechte interesse toont in de gevoelens van de student. “ik zag… / ik hoorde … en ik ben benieuwd wat dit met jou deed / ik ben benieuwd wat er toen gebeurde in jou / ik ben benieuwd hoe jij je daar over voelt.”
  • Laat genoeg ruimte om te reageren. Een stilte is soms een krachtig middel om iemand te laten praten.
  • Stel open en ‘domme’ vragen, zoals bijvoorbeeld: Wat bedoel je daarmee? Wauw, daar kijk ik van op! Kun je me daar iets meer over vertellen? Of: Kijkt iedereen op deze manier hiernaar?
  • Probeer tijdens het gesprek altijd de actie/uitspraak los te zien van de student. Op deze manier blijf je in verbinding met de jongere. Probeer een ‘wij’ te vormen, bijv. ‘wij Utrechters’.
  • Keur denkbeelden van de student niet af en probeer hem of haar niet te overtuigen van het ongelijk. Daarmee creëer je een tegenstelling die niet bevorderlijk is voor de relatie.
    Op deze wijze laat je jezelf ook niet verleiden tot een inhoudelijke discussie, wat kennis zou vereisen waarover je misschien niet beschikt.
  • Let op je eigen lichaamstaal en die van de student. Als je een heel gesloten houding aanneemt, is het moeilijk voor de student open te zijn. Als de student een gesloten houding aanneemt, probeer hem dan wat meer ontspannen te laten zitten.
  • Luister naar wat er gezegd wordt en neem dat serieus. Geef desnoods aan dat je geschrokken of verrast bent. Doe dit vanuit een ‘ik’ boodschap. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik schrik ervan als je zulke dingen zo zegt.’
  • L-S-D kan een prettige gesprekstechniek zijn. LSD staat voor: Luister, vat Samen en vraag Door. Daarmee creëer je voor jezelf een rustmoment. Dit moment kun je benutten om even te laten bezinken wat er is besproken en om op basis daarvan tot een vervolgvraag te komen.
  • Vergelijk het voeren van een dergelijk individueel gesprek met judoën: het gaat om vasthouden, meebuigen en het benutten van de kracht van de ander. Empathie moet in evenwicht zijn met confrontatie. Alle jongeren, ook de jongeren die (dreigen te) radicaliseren, hebben ruimte nodig om te twijfelen over waarden, normen en standpunten. Geef hen de ruimte, maar zoek kritisch mee en biedt tegenwicht.
  • Sluit het gesprek af, wanneer je merkt dat je voldoende zicht hebt op de drijfveren of wanneer je merkt dat je de grip over het gesprek of over je eigen emoties verliest.

Na het gesprek

  • Volg een duidelijke sanctielijn. Naarmate uitspraken en gedragingen heftiger worden, moet een student zoals bij elke vorm van grensoverschrijdend gedrag nadrukkelijker aangesproken en gecorrigeerd worden. Dit moet met hem/haar zijn doorgesproken. Mocht een student veelvuldig vloeken of schelden, kan hij gewoon berispt worden.
  • Deel je zorgen met collega’s. Het beste is om informatie te bundelen. Je maakt een inschatting op basis van de informatie die je uit het gesprek met de student hebt verkregen, maar je weet niet wat je niet weet. Soms leidt meer informatie tot een zorgelijkere casus.
  • Praat met ouders als het vermoeden van radicalisering een zorg blijf. Als de zorg blijft of het contact met ouders moeilijk verloopt, kun je ook op zoek gaan naar andere personen die dichtbij de jongere staan.
  • Bespreek het gedrag van de student in het ZAT of in een soortgelijke vereniging van relevante partners.
  • Bij ernstige zorg kun je, via de netwerken in de school, contact leggen met gemeente, de politie en/of het Nationaal Coördinator Veiligheid en Terrorismebestrijding (NCTV).

Dit artikel is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS), onderdeel van ministerie van SZW.

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.