Adviespunt

Pesten

po vo mbo

Over pesten

Leerlingen hebben een veilige schoolomgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Pesten is een belangrijk onderwerp als het gaat over sociale veiligheid op scholen. Pesten in het voortgezet onderwijs creëert namelijk een onveilige sfeer, die het leer- en ontwikkelklimaat aantast.

Naast dat pesten een negatieve invloed heeft op de sfeer in de school, kunnen leerlingen die gepest zijn jaren later nog hinder ondervinden van het pestgedrag. De cijfers van de ‘Veiligheidsmonitor 2021-2022’ die ons iets vertellen over de mate waarin gepest wordt, geven een stijging weer. Helaas komt pesten nog steeds vaak voor in scholen.

Pestgedrag vraagt dan ook om blijvende aandacht, of het nu gaat om online of offline pesten.

Om pesten in het voortgezet onderwijs te voorkomen en aan te pakken en een positieve groepssfeer te bevorderen, is het goed om te weten wat er onder pesten en online pesten wordt verstaan en wat het verschil is met plagen en ruzie.

Wat is pesten?

  • Van pesten is er sprake als ‘iemand herhaaldelijk en langdurig wordt blootgesteld aan negatieve handelingen door één of meer personen’ (Dan Olweus). De negatieve handelingen zijn structureel tegen dezelfde persoon gericht en er is sprake van machtsongelijkheid.
  • Pesten gebeurt vaak in een specifieke groepscontext […] die zich kenmerkt door een onveilige en negatieve basissfeer in de groep (Mieke van Stigt).
  • Nog meer weten over pesten? Klik dan hier.

Pesten verschilt daarmee duidelijk van plagen en ruzie:

  • Bij plagen is het gedrag niet structureel tegen dezelfde leerling gericht en is geen duidelijke machtsongelijkheid aanwezig. Leerlingen sluiten elkaar niet buiten en het is vaak de bedoeling om elkaar aan het lachen te maken.
  • Bij ruzie hebben leerlingen een conflict met elkaar. Ze wisselen over en weer argumenten uit op een emotioneel (boze) manier. Beide leerlingen voelen zich sterk genoeg om de confrontatie aan te gaan waardoor er geen machtsongelijkheid is. Een ruzie leggen leerlingen meestal weer bij.

 

Online pesten

Veel pestgedrag tussen leerlingen speelt zich online af op sociale media en internet. Bij online pesten oftewel cyberpesten gaat het om onder meer buitensluiten op sociale media, bedreigen, afpersen, nep-accounts maken, het verspreiden van ongewenst beeldmateriaal en shame-sexting.

5,3 procent van de 12- tot 25-jarige internetgebruikers is in 2018 naar eigen zeggen wel eens online gepest, gestalkt of bedreigd. Dat zijn ruim 140 duizend jongeren. Meisjes hadden hier bijna twee keer zo vaak mee te maken als jongens (7,1 procent tegen 3,6 procent). Dat meldt het CBS op basis van het onderzoek Digitale Veiligheid & Criminaliteit 2018.

Bij online pesten zijn de effecten merkbaar tot in het klaslokaal ook al speelt het pesten zich buiten school af.

In de klas

Als leraar heb je een belangrijke taak in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten.

Pesten in het voortgezet onderwijs voorkomen

Blijvende aandacht voor positieve groepsvorming en de sociaal-emotionele vaardigheden lijkt het meest effectief om pesten te voorkomen en een veilig sociaal klimaat te creëren. Als leraar is het belangrijk dat je de regie hebt over het groepsproces. Dit is nodig voor een veilige sfeer in de klas. Meer hierover lees je in het artikel Groepsdynamica in de klas.

Maak tijd om gedurende het hele schooljaar aandacht te besteden aan:

  • Spreek omgangsvormen en gedragsregels af
    Het begin van het schooljaar – de Gouden Weken – is een uitgelezen moment om met de klas afspraken te maken over omgangsvormen en gedrag. Betrokkenheid van de klas is essentieel.
    – Wat zijn minimale regels in de groep? (Dit mag je als leraar zelf bepalen.)
    – Wat vinden de leerlingen belangrijk in de onderlinge omgang?
    – Welk gedrag accepteren we wel en niet in deze groep?
    – Hoe spreken leerlingen elkaar onderling aan als dat niet goed gaat? Wanneer verwachten ze dat jij actie neemt?
    Leg hierbij ook de relatie met sociale media. Een simpele regel is: Wat in fysieke omgang niet oké is, is ook niet oké op sociale media. Wees je ervan bewust dat je een voorbeeldrol hebt en houd de regie over het proces. Het is raadzaam om regelmatig te bespreken hoe het gaat en aanpassingen te doen. Deel ook de positieve ervaringen. Er zijn diverse hulpmiddelen om hierover het gesprek te voeren met de leerlingen. Voorbeelden hiervan zijn het spel Gedragen Gedrag en Stapelgoed. Ook worden er voor de Week Tegen Pesten (die School & Veiligheid in september organiseert) ieder jaar materialen ontwikkeld die hierbij kunnen helpen.

 

  • Investeer in het groepsgevoel
    Wanneer leerlingen elkaar kennen en kunnen terugvallen op gedeelde ervaringen, dan zorgt dat voor meer begrip en meer oog voor elkaars welzijn. Het is ook van invloed op de onderlinge omgang. Door te werken aan een ‘wij-gevoel’ krijgen negatieve aspecten, zoals pesten, minder kans. Maak tijd voor activiteiten die dit ‘wij-gevoel’ versterken of maak het onderdeel van gezamenlijke opdrachten.

 

  • Investeer in het individuele contact
    Het is niet alleen belangrijk dat leerlingen elkaar leren kennen. Het is net zo belangrijk dat jij je leerlingen kent en weet wat er speelt in hun leven. Wanneer je investeert in persoonlijke aandacht, wordt het gemakkelijker om bij je te komen als er iets speelt.

 

  • Heb aandacht voor sociale-emotionele vaardigheden
    Investeer in het aanleren van sociale vaardigheden en omgaan met emoties.

    Een kind die leert omgaan met zijn emoties, zoals angst en woede, kan beter omgaan met andere kinderen. En staat meer open voor kinderen die anders zijn.

    (Kees van Overveld, gedragsdeskundige)

     

  • Werk aan weerbaarheid en mediawijsheid
    Besteed tijdens de lessen aandacht aan onderwerpen als opkomen voor jezelf en voor anderen, respect hebben voor elkaar en omgaan met groepsdruk. Lessen mediawijsheid helpen onder meer de online veiligheid van leerlingen te vergroten. Bezoek onze kennisbank voor bruikbare (les)materialen voor in de klas.

 


Pesten signaleren

Signaleren van pesten is niet eenvoudig. Pesten speelt zich af binnen een groepsproces waar je als leraar zelf deel van uit maakt. Daarnaast gebeurt pesten vaak stiekem en kun je gewoonweg niet alles waarnemen. Terwijl je in de meeste gevallen op je eigen waarneming bent aangewezen. Uit diverse onderzoeken (NRO; RuG) uitgevoerd in het po en vo blijkt dat leerlingen hun pestervaringen maar weinig delen met hun leraar. Daarnaast spelen de opvattingen die je als leraar hebt ten aanzien van pesten een belangrijke rol. Deze opvattingen bepalen mede of pesten wordt gezien als opvallend gedrag dat afwijkt of als normatief gedrag waar geen speciale aandacht voor is. Voldoende kennis van pesten is dus heel belangrijk om pestsituaties te kunnen herkennen.

Vaak merk je aan de sfeer in de groep dat er iets speelt. Het kan ook zijn dat een leerling aangeeft dat er iets speelt in de groep.

Daarnaast kunnen individuele signalen van een leerling aanleiding zijn om na te gaan of er misschien sprake is van pesten. Voorbeelden van deze signalen zijn:

  • De leerling is vaak afwezig of ziek.
  • De leerling wordt door medeleerlingen aangesproken met een bijnaam.
  • De leerling haalt plotseling slechtere resultaten.
  • De leerling wordt regelmatig als laatste gekozen bij het indelen van groepjes of het samenwerken.
  • De leerling is vaak alleen tijdens pauzes.
  • De leerling komt ruim voordat de les begint naar de klas of blijft na de les hangen.

 

Herkennen = erkennen

Pestgedrag wordt soms afgedaan als plagerij en weggewuifd onder het mom van ‘waait wel over’. Want erkennen dat er wordt gepest in je klas maakt dat je verantwoordelijk bent om het pesten aan te pakken en werk te maken van een positieve en veilige groep. Erken dat ook in jouw klas wordt gepest. Het is niet vreemd als je soms niet weet wat je moet doen. Pesten is een ingewikkeld proces. Zoek steun bij collega’s en zoek samen naar oplossingen.

 


Pesten aanpakken

Niet ingrijpen heeft gevolgen

Als pesten niet tijdig wordt aangepakt heeft dit grote gevolgen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat slachtoffers van pesten – zelfs nog jaren later – kampen met psychische problemen, somberheid, angsten, eenzaamheid, onzekerheidsgevoelens en moeite hebben met het aangaan van sociale contacten en relaties.

Pesten staat een gezonde ontwikkeling en goede leerprestaties in de weg.

Naast negatieve gevolgen voor de slachtoffers tast pesten het gevoel van veiligheid aan bij alle leerlingen. Het zorgt voor een negatieve sfeer in de klas en beïnvloedt ook het plezier en de manier waarop je als leraar voor een groep staat.

 

Reageer altijd

Als leraar kun je niet alles zien. Het blijft echter van belang om gevoelig te zijn voor signalen en na te vragen wanneer je iets bijzonders hoort of ziet. Wanneer je niet reageert, dan wek je de indruk dat je pestgedrag goedkeurt.

  • Neem signalen van pesten of klachten van leerlingen en ouders altijd serieus.
  • Vermoed je een pestprobleem? Laat betrokkenen weten dat je dit ziet en bied je hulp aan.
  • Ga in gesprek. Alle betrokkenen moeten gehoord worden, zowel de kinderen in de groep als hun ouders. Het is belangrijk dat het gepeste kind zich erkend en gesteund voelt. Andere kinderen moeten zich verantwoordelijk gaan voelen voor elkaars welzijn en leren hoe ze kunnen helpen.
  • Neem nooit maatregelen op eigen initiatief, maar betrek altijd de leerling. Bespreek wat de leerling zelf kan doen en welke ondersteuning jij kunt geven. Maak een vervolgafspraak om te horen hoe het gaat. Als het nodig is, kun je ook doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon/aanspreekpunt pesten.
  • Maak afspraken met de betrokken leerlingen. Kom terug op de gemaakte afspraken en vraag hoe het nu gaat.
  • Neem afhankelijk van het voorval (straf)maatregelen. Zie Sanctieladder leerlingen.
  • Organiseer een maatjessysteem of steungroep voor de gepeste leerling.
  • Informeer ouders over voorvallen of incidenten in de klas. Ook als het zich afspeelt op sociale media. Betrek de ouders bij de aanpak van pesten. Er zijn gevallen bekend waarin ouders de school verwijten te weinig te doen om het pesten te stoppen. Neem dergelijke geluiden serieus en stel samen een aanpak vast. Ouders waarderen het als je hen betrekt. Je laat bovendien zien dat je pesten serieus neemt en er alles aan doet om de veiligheid en de sfeer in de klas te herstellen.
  • Stel de leraren die betrokken zijn bij de desbetreffende leerling op de hoogte van de onderlinge relaties in de klas, zodat zij hier adequaat op kunnen reageren.

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Week Tegen Pesten

povomboPestenToon nog 1 tags

Het begin van het schooljaar is hét moment om te werken aan een gezellige en veilige groep. De Week Tegen Pesten helpt scholen daarbij. Ieder jaar in september organiseert Stichting School & Veiligheid de Week Tegen Pesten.

Sanctieladder leerlingen

vomboAgressief gedragPedagogisch klimaatVeiligheidsbeleidToon nog 2 tags

Duidelijk én consequent optreden bij ongewenst gedrag zorgt ervoor dat ongewenst gedrag op school minder kans krijgt. Je maakt als schoolleiding duidelijk welk gedrag je wel en niet accepteert op school. Deze sanctieladder is een hulpmiddel voor het ontwikkelen van gericht sanctiebeleid op schoolniveau.

Aanspreekpunt pesten en coördineren anti-pestbeleid op school

povoPestenVertrouwenswerkToon nog 1 tags

Leerlingen die te maken krijgen met pesten moeten bij iemand terecht kunnen op school. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat het pestprobleem wordt aan…

In het team

Een sociaal veilige school met aandacht voor het voorkomen, signalere en aanpakken van pesten is een taak van het hele schoolteam. Wat kun je doen met elkaar?

Voer gesprekken met het team en de schoolleiding

Praat met elkaar over sociale veiligheid. Hoe ziet dat er voor jullie uit als school? Wat vinden jullie daarin belangrijk? Wat zijn de gedragsregels op school? Schep ruimte om met elkaar in gesprek te gaan over bijvoorbeeld verschillen in opvattingen, over acceptabel of onacceptabel gedrag. Praat met elkaar over het tegengaan en aanpakken van pesten.

 

Is er voldoende kennis?

Heeft iedereen voldoende kennis van pesten om het goed te kunnen signaleren? Bespreek met elkaar wat mogelijke signalen van pesten zijn, hoe je deze herkent en wat vervolgens de vervolgstappen zijn? Kijk voor meer informatie bij ‘pesten signaleren’ bij ‘In de klas’.

 

Hoe gaan jullie met elkaar om?

Ook voor leraren geldt dat zij hun werk pas goed kunnen doen als ze zich veilig voelen, zich kwetsbaar op kunnen stellen en zich gezien en gehoord voelen. Daarnaast zijn jullie het voorbeeld voor de leerlingen. Dus hoe is de sfeer in jullie eigen team? Wat streven jullie na? Durf je een collega aan te spreken als je iets vindt van zijn of haar gedrag? Kortom, zorg dat er ook ruimte is om hierover met elkaar te praten en afspraken te maken. Er zijn diverse hulpmiddelen om het gesprek hierover samen te voeren. Een voorbeeld hiervan is het spel Gedragen Gedrag.

In de school

Het voorkomen en tegengaan van pesten hoort bij de basisondersteuning die scholen bieden. Iedere school heeft de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen en medewerkers een veilige omgeving te bieden. Samenwerking tussen schoolleiding, het team, ouders en leerlingen is daarbij nodig. Maar ook een veiligheidsbeleid kan niet ontbreken.

Wet Veiligheid op school

Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school. Deze wet heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:

1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten
Elke school heeft expliciet de taak actief beleid te voeren gericht op een sociaal veilige school voor alle leerlingen.

Het Digitaal veiligheidsplan biedt ondersteuning bij het vormgeven, actualiseren en verbeteren van het veiligheidsbeleid op jouw school. Meer weten over het digitaal veiligheidsplan?

2. Er zorg voor dragen dat bij een persoon ten minste de volgende taken zijn belegd:

  • het coördineren van het beleid in het kader van het tegengaan van pesten;
  • het fungeren als aanspreekpunt in het kader van pesten.

Voor ouders en leerlingen is het van belang dat zij bij iemand terecht kunnen op school wanneer zij te maken krijgen met pesten. De wet schrijft voor dat er op iedere school een persoon is die fungeert als vast aanspreekpunt. Ook moet iemand binnen de school het beleid tegen pesten coördineren. Het gaat hierbij nadrukkelijk om het beleggen van taken en niet het creëren van een nieuwe functie.

3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft;
Voor het voeren van een gericht veiligheidsbeleid is het nodig dat je inzicht hebt in de feitelijke en ervaren veiligheidsbeleving en het welbevinden van leerlingen. Om hier een actueel en representatief beeld van te krijgen, schrijft de wet voor dat scholen jaarlijks de veiligheidsbeleving monitoren. Je bent als school vrij in de keuze van het monitoring instrument. Het instrument moet wel valide zijn, betrouwbaar zijn en voldoen aan de wettelijke eisen.

Het anti-pestprotocol

Een onderdeel van het veiligheidsplan kan een anti-pestprotocol zijn. Vaak schrijven scholen hier alleen in wat zij doen om pestgedrag te signaleren en pestgedrag aan te pakken. Maar het is ook goed om hierin op te nemen wat je als school doet om pesten te voorkomen.

Meer weten?

 

Anti-pestprogramma

Binnen het primair onderwijs blijken schoolbrede interventies het meest effectief om pesten aan te pakken. Interventies die intensiever zijn en breed gedragen worden in de school zijn effectiever dan kortdurende interventies. Het kost namelijk tijd een positieve groep te creëren en dit vraagt blijvende aandacht.

Onderzoek laat zien dat sommige anti-pestinterventies negatieve gevolgen hebben, of dat interventies alleen werken als ze goed worden geïmplementeerd en uitgevoerd. Er geldt dus niet; baat het niet, dan schaadt het niet.

In 2018 is een onderzoek afgerond (bron: Dossier Pesten: Interventies; Nederlands Jeugd Instituut) naar de effectiviteit van een aantal goed onderbouwde interventies binnen scholen in Nederland.

 

Ouders

Een goede samenwerking tussen school en ouders is van belang voor de ontwikkeling van kinderen. Dit geldt ook bij het tegengaan van pesten. Pesten vindt vaak plaats binnen de schoolcontext. De regie in het tegengaan van pesten ligt dan ook bij de school, maar ouders zijn hierbij een onmisbare partner. Wanneer leraren, leerlingen en ouders goed met elkaar samenwerken kan er meer worden bereikt. Betrek ouders al aan de voorkant. Investeer vanaf het begin van het schooljaar in de samenwerking met ouders. Wanneer je ouders pas betrekt als er problemen spelen, zoals pesten, dan ben je te laat en kom je sneller tegenover elkaar te staan, in plaats van naast elkaar.

Tips:

  • Zorg dat de school een visie heeft op samenwerken met ouders bij het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten.
  • Investeer aan de voorkant in de relatie met ouders. Hoe eerder goed contact wordt gelegd tussen de leraar en de ouders, hoe beter. Zorg dat ouders zich welkom voelen en straal uit dat je ouders ziet als gelijkwaardige samenwerkingspartners.
  • Zorg voor individuele en collectieve contactmomenten. Een voorbeeld van een collectief contactmoment is het organiseren van een ouderavond je met elkaar praat over wederzijdse verwachtingen in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten. Download de inspiratielijst voor samenwerking met ouders voor meer ideeën.

Samenwerken met ouders rondom het thema pesten is onderdeel van de algemene samenwerking met ouders.

(Bron: Publicatie ‘Handvatten voor een goede samenwerking Betrek ouders bij het tegengaan van pesten’ auteurs: Coby van Niejenhuis, Gijs Huitsing en René Veenstra.)

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Het anti-pestprotocol

povoPedagogisch klimaatPestenVeiligheidsbeleidrichtlijnToon nog 3 tags

Veel scholen hebben een anti-pestprotocol waarin staat hoe de school pesten voorkomt en pestgedrag signaleert en aanpakt. Lees hier wat het belang is van het hebben van een anti-pestprotocol en wat in een het protocol vermeld staat.

Ouderavond over pesten (vo)

voPesten

Wil jij een ouderavond over pesten organiseren? Download dan het draaiboek en de voorbeeldpresentatie in PowerPoint.

Wet- en regelgeving

Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school.

Wat betekent de wet Veiligheid op school?

De wet Veiligheid op school heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:

1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten

2. Er zorg voor dragen dat bij een persoon ten minste de volgende taken zijn belegd:

  • het coördineren van het beleid in het kader van het tegengaan van pesten;
  • het fungeren als aanspreekpunt in het kader van pesten.

3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft

Hoe je hier vorm aan geeft in de school lees je bij In de school.

 

Toezicht op veiligheidsbeleid en monitoring veiligheid

De Inspectie van het Onderwijs controleert of onderwijsinstellingen maatregelen nemen voor een veilige omgeving. Het gaat dan om een veilige omgeving voor zowel leerlingen en studenten als het onderwijspersoneel. De Inspectie let er vooral op of scholen de sociale veiligheid van hun leerlingen monitoren. Scholen kiezen hoe zij meten, als zij maar aan de wettelijke eisen voldoen. Ook controleert de Inspectie of er op scholen een vast aanspreekpunt voor pesten is. Leerlingen en ouders die met pesten te maken krijgen moeten altijd met hun verhaal bij iemand terecht kunnen op school. Indien nodig, moet de school het veiligheidsbeleid aanpassen. Het schoolbestuur is hiervoor verantwoordelijk.

(Bron: Rijksoverheid)

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.