Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Pesten
Kennisbank
Leerlingen hebben een veilige schoolomgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Pesten is een belangrijk onderwerp als het gaat over sociale veiligheid op scholen. Pesten in het voortgezet onderwijs creëert namelijk een onveilige sfeer, die het leer- en ontwikkelklimaat aantast.
Naast dat pesten een negatieve invloed heeft op de sfeer in de school, kunnen leerlingen die gepest zijn jaren later nog hinder ondervinden van het pestgedrag. De cijfers van de ‘Veiligheidsmonitor 2021-2022’ die ons iets vertellen over de mate waarin gepest wordt, geven een stijging weer. Helaas komt pesten nog steeds vaak voor in scholen.
Pestgedrag vraagt dan ook om blijvende aandacht, of het nu gaat om online of offline pesten.
Om pesten in het voortgezet onderwijs te voorkomen en aan te pakken en een positieve groepssfeer te bevorderen, is het goed om te weten wat er onder pesten en online pesten wordt verstaan en wat het verschil is met plagen en ruzie.
Pesten verschilt daarmee duidelijk van plagen en ruzie:
Veel pestgedrag tussen leerlingen speelt zich online af op sociale media en internet. Bij online pesten oftewel cyberpesten gaat het om onder meer buitensluiten op sociale media, bedreigen, afpersen, nep-accounts maken, het verspreiden van ongewenst beeldmateriaal en shame-sexting.
5,3 procent van de 12- tot 25-jarige internetgebruikers is in 2018 naar eigen zeggen wel eens online gepest, gestalkt of bedreigd. Dat zijn ruim 140 duizend jongeren. Meisjes hadden hier bijna twee keer zo vaak mee te maken als jongens (7,1 procent tegen 3,6 procent). Dat meldt het CBS op basis van het onderzoek Digitale Veiligheid & Criminaliteit 2018.
Bij online pesten zijn de effecten merkbaar tot in het klaslokaal ook al speelt het pesten zich buiten school af.
Als leraar heb je een belangrijke taak in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten.
Blijvende aandacht voor positieve groepsvorming en de sociaal-emotionele vaardigheden lijkt het meest effectief om pesten te voorkomen en een veilig sociaal klimaat te creëren. Als leraar is het belangrijk dat je de regie hebt over het groepsproces. Dit is nodig voor een veilige sfeer in de klas. Meer hierover lees je in het artikel Groepsdynamica in de klas.
Maak tijd om gedurende het hele schooljaar aandacht te besteden aan:
Een kind die leert omgaan met zijn emoties, zoals angst en woede, kan beter omgaan met andere kinderen. En staat meer open voor kinderen die anders zijn.
(Kees van Overveld, gedragsdeskundige)
Signaleren van pesten is niet eenvoudig. Pesten speelt zich af binnen een groepsproces waar je als leraar zelf deel van uit maakt. Daarnaast gebeurt pesten vaak stiekem en kun je gewoonweg niet alles waarnemen. Terwijl je in de meeste gevallen op je eigen waarneming bent aangewezen. Uit diverse onderzoeken (NRO; RuG) uitgevoerd in het po en vo blijkt dat leerlingen hun pestervaringen maar weinig delen met hun leraar. Daarnaast spelen de opvattingen die je als leraar hebt ten aanzien van pesten een belangrijke rol. Deze opvattingen bepalen mede of pesten wordt gezien als opvallend gedrag dat afwijkt of als normatief gedrag waar geen speciale aandacht voor is. Voldoende kennis van pesten is dus heel belangrijk om pestsituaties te kunnen herkennen.
Vaak merk je aan de sfeer in de groep dat er iets speelt. Het kan ook zijn dat een leerling aangeeft dat er iets speelt in de groep.
Daarnaast kunnen individuele signalen van een leerling aanleiding zijn om na te gaan of er misschien sprake is van pesten. Voorbeelden van deze signalen zijn:
Pestgedrag wordt soms afgedaan als plagerij en weggewuifd onder het mom van ‘waait wel over’. Want erkennen dat er wordt gepest in je klas maakt dat je verantwoordelijk bent om het pesten aan te pakken en werk te maken van een positieve en veilige groep. Erken dat ook in jouw klas wordt gepest. Het is niet vreemd als je soms niet weet wat je moet doen. Pesten is een ingewikkeld proces. Zoek steun bij collega’s en zoek samen naar oplossingen.
Als pesten niet tijdig wordt aangepakt heeft dit grote gevolgen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat slachtoffers van pesten – zelfs nog jaren later – kampen met psychische problemen, somberheid, angsten, eenzaamheid, onzekerheidsgevoelens en moeite hebben met het aangaan van sociale contacten en relaties.
Pesten staat een gezonde ontwikkeling en goede leerprestaties in de weg.
Naast negatieve gevolgen voor de slachtoffers tast pesten het gevoel van veiligheid aan bij alle leerlingen. Het zorgt voor een negatieve sfeer in de klas en beïnvloedt ook het plezier en de manier waarop je als leraar voor een groep staat.
Als leraar kun je niet alles zien. Het blijft echter van belang om gevoelig te zijn voor signalen en na te vragen wanneer je iets bijzonders hoort of ziet. Wanneer je niet reageert, dan wek je de indruk dat je pestgedrag goedkeurt.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
Vanuit het perspectief van de leraar zetten we uiteen hoe je de groepsdynamica in de klas kunt sturen en de groepsvorming een positieve wending geeft.
Na elke vakantie doorloopt een groep bepaalde fasen in het proces van groepsvorming. De eerste weken aan het begin van het schooljaar worden de Gouden Weken genoemd. Deze weken zijn bij uitstek geschikt om een fundament neer te zetten voor een goede groepsvorming en fijne sfeer. Na de kerstvakantie beginnen de Zilveren Weken. Dit is een goed moment om weer extra aandacht te besteden aan de dynamiek in de klas.
Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of leerlingen. Naast de versie voor het vo en mbo is er ook een versie voor het po.
Een sociaal veilige school met aandacht voor het voorkomen, signalere en aanpakken van pesten is een taak van het hele schoolteam. Wat kun je doen met elkaar?
Praat met elkaar over sociale veiligheid. Hoe ziet dat er voor jullie uit als school? Wat vinden jullie daarin belangrijk? Wat zijn de gedragsregels op school? Schep ruimte om met elkaar in gesprek te gaan over bijvoorbeeld verschillen in opvattingen, over acceptabel of onacceptabel gedrag. Praat met elkaar over het tegengaan en aanpakken van pesten.
Heeft iedereen voldoende kennis van pesten om het goed te kunnen signaleren? Bespreek met elkaar wat mogelijke signalen van pesten zijn, hoe je deze herkent en wat vervolgens de vervolgstappen zijn? Kijk voor meer informatie bij ‘pesten signaleren’ bij ‘In de klas’.
Ook voor leraren geldt dat zij hun werk pas goed kunnen doen als ze zich veilig voelen, zich kwetsbaar op kunnen stellen en zich gezien en gehoord voelen. Daarnaast zijn jullie het voorbeeld voor de leerlingen. Dus hoe is de sfeer in jullie eigen team? Wat streven jullie na? Durf je een collega aan te spreken als je iets vindt van zijn of haar gedrag? Kortom, zorg dat er ook ruimte is om hierover met elkaar te praten en afspraken te maken. Er zijn diverse hulpmiddelen om het gesprek hierover samen te voeren. Een voorbeeld hiervan is het spel Gedragen Gedrag.
Het voorkomen en tegengaan van pesten hoort bij de basisondersteuning die scholen bieden. Iedere school heeft de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen en medewerkers een veilige omgeving te bieden. Samenwerking tussen schoolleiding, het team, ouders en leerlingen is daarbij nodig. Maar ook een veiligheidsbeleid kan niet ontbreken.
Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school. Deze wet heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:
1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten Elke school heeft expliciet de taak actief beleid te voeren gericht op een sociaal veilige school voor alle leerlingen.
Het Digitaal veiligheidsplan biedt ondersteuning bij het vormgeven, actualiseren en verbeteren van het veiligheidsbeleid op jouw school. Meer weten over het digitaal veiligheidsplan?
2. Er zorg voor dragen dat bij een persoon ten minste de volgende taken zijn belegd:
Voor ouders en leerlingen is het van belang dat zij bij iemand terecht kunnen op school wanneer zij te maken krijgen met pesten. De wet schrijft voor dat er op iedere school een persoon is die fungeert als vast aanspreekpunt. Ook moet iemand binnen de school het beleid tegen pesten coördineren. Het gaat hierbij nadrukkelijk om het beleggen van taken en niet het creëren van een nieuwe functie.
3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft; Voor het voeren van een gericht veiligheidsbeleid is het nodig dat je inzicht hebt in de feitelijke en ervaren veiligheidsbeleving en het welbevinden van leerlingen. Om hier een actueel en representatief beeld van te krijgen, schrijft de wet voor dat scholen jaarlijks de veiligheidsbeleving monitoren. Je bent als school vrij in de keuze van het monitoring instrument. Het instrument moet wel valide zijn, betrouwbaar zijn en voldoen aan de wettelijke eisen.
Een onderdeel van het veiligheidsplan kan een anti-pestprotocol zijn. Vaak schrijven scholen hier alleen in wat zij doen om pestgedrag te signaleren en pestgedrag aan te pakken. Maar het is ook goed om hierin op te nemen wat je als school doet om pesten te voorkomen.
Meer weten?
Binnen het primair onderwijs blijken schoolbrede interventies het meest effectief om pesten aan te pakken. Interventies die intensiever zijn en breed gedragen worden in de school zijn effectiever dan kortdurende interventies. Het kost namelijk tijd een positieve groep te creëren en dit vraagt blijvende aandacht.
Onderzoek laat zien dat sommige anti-pestinterventies negatieve gevolgen hebben, of dat interventies alleen werken als ze goed worden geïmplementeerd en uitgevoerd. Er geldt dus niet; baat het niet, dan schaadt het niet.
In 2018 is een onderzoek afgerond (bron: Dossier Pesten: Interventies; Nederlands Jeugd Instituut) naar de effectiviteit van een aantal goed onderbouwde interventies binnen scholen in Nederland.
Een goede samenwerking tussen school en ouders is van belang voor de ontwikkeling van kinderen. Dit geldt ook bij het tegengaan van pesten. Pesten vindt vaak plaats binnen de schoolcontext. De regie in het tegengaan van pesten ligt dan ook bij de school, maar ouders zijn hierbij een onmisbare partner. Wanneer leraren, leerlingen en ouders goed met elkaar samenwerken kan er meer worden bereikt. Betrek ouders al aan de voorkant. Investeer vanaf het begin van het schooljaar in de samenwerking met ouders. Wanneer je ouders pas betrekt als er problemen spelen, zoals pesten, dan ben je te laat en kom je sneller tegenover elkaar te staan, in plaats van naast elkaar.
Tips:
Samenwerken met ouders rondom het thema pesten is onderdeel van de algemene samenwerking met ouders.
(Bron: Publicatie ‘Handvatten voor een goede samenwerking Betrek ouders bij het tegengaan van pesten’ auteurs: Coby van Niejenhuis, Gijs Huitsing en René Veenstra.)
Scholen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs zijn op basis van de wet Veiligheid op school verplicht zorg te dragen voor een veilige school. Wat houdt deze wet in? Wij bieden verwijzingen naar informatie en hulpmiddelen die helpen bij het in de praktijk brengen van de verplichtingen.
Online tool voor het maken of verbeteren van een veiligheidsplan voor jouw school. In vijf stappen kun je aan de slag met het in beeld brengen van het beleid rond sociale veiligheid op jouw school.
Leerlingen die te maken krijgen met pesten moeten bij iemand terecht kunnen op school. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat het pestprobleem wordt aan…
Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school.
De wet Veiligheid op school heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:
1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten
3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft
Hoe je hier vorm aan geeft in de school lees je bij In de school.
De Inspectie van het Onderwijs controleert of onderwijsinstellingen maatregelen nemen voor een veilige omgeving. Het gaat dan om een veilige omgeving voor zowel leerlingen en studenten als het onderwijspersoneel. De Inspectie let er vooral op of scholen de sociale veiligheid van hun leerlingen monitoren. Scholen kiezen hoe zij meten, als zij maar aan de wettelijke eisen voldoen. Ook controleert de Inspectie of er op scholen een vast aanspreekpunt voor pesten is. Leerlingen en ouders die met pesten te maken krijgen moeten altijd met hun verhaal bij iemand terecht kunnen op school. Indien nodig, moet de school het veiligheidsbeleid aanpassen. Het schoolbestuur is hiervoor verantwoordelijk.
(Bron: Rijksoverheid)
Monitoring is een belangrijk element in de wet Veiligheid op school. Daarmee houdt de school zicht op de veiligheidsbeleving van leerlingen. In dit artikel vertaalt School & Veiligheid de wetgeving over monitoring naar de schoolpraktijk.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.