Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Radicalisering
Kennisbank
Ook op jouw onderwijsinstelling kan een student in het proces van radicalisering betrokken raken. Wat kan je dan doen, wat moet je dan doen? Welke invloed kun je als docent uitoefenen op het proces van radicaliseren of beter nog, is het te voorkomen? Wanneer schakel je hulp van buiten in?
De bezorgdheid over jongeren die zich aangetrokken voelen tot extremistische gedachtes groeit in de samenleving. Radicalisering gaat niet alleen over islamitisch extremisme. Het speelt ook bij rechts- en links extremisme of dieren-activisme. Meningen ontsporen en kunnen leiden tot onwettig handelen.
Vanuit jouw rol als docent draag je zorg voor een prettig klimaat in de klas, waar iedereen zichzelf mag zijn, met respect voor elkaar. Dat is werken aan sociale veiligheid, de basis om radicalisering en polarisatie in een school te voorkomen.
Radicalisering is het proces waarbij een persoon of groep steeds meer bereid is om de gevolgen te accepteren van de strijd voor een samenleving die niet overeenkomt met onze democratische rechtsorde.
Extremisme is iets anders dan activisme. Het is een verschijnsel waarbij personen of groepen vanuit een ideologisch motief bewust over de grenzen van de wet gaan om hun doel te bereiken. Activisten komen soms luidruchtig maar geweldloos voor hun mening uit en houden zich aan de grenzen van de wet. Activisme wordt extremisme als er sprake is van het bewust plegen van strafbare feiten, zoals bedreigingen en vernieling.
Radicalisering of extremisme is niet exclusief verbonden aan één bepaalde etnische, culturele, religieuze of politieke (bevolkings)groep. Momenteel wordt veelal onderscheid gemaakt tussen rechtsextremisme, linksextremisme, dierenrechtenextremisme en jihadisme.
Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden van of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij ontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Jihadisme is een extreme politieke ideologie die met geweld er voor wil zorgen dat de samenleving een bepaalde versie van de islam gaat volgen. Het uiteindelijke doel is een islamitische staat of kalifaat te vestigen
Radicalisering is een grillig verlopend proces. Een jongere die geraakt wordt door radicaal gedachtegoed drijft af van de democratie en groeit toe naar gewelddadig extremisme. Een jongere raakt geïnspireerd en gaat geloven in een extremistisch wij-zij-verhaal. Hij gaat daar steeds meer persoonlijke consequenties aan verbinden en verheerlijkt geweld om zijn idealen te bereiken. Radicalisering is een mogelijk spoor van ontsporing.
Door te werken aan een sociaal veilig schoolklimaat en leerlingen te benaderen vanuit hun mogelijkheden en capaciteiten, draag je bij aan hoe jouw leerlingen zich ontwikkelen als persoon en versterk je hun veerkracht. Je werkt niet alleen aan hun kennis, vaardigheden, talenten. Je geeft ook positieve feedback, zorgt dat elke leerling op school gelijk en eerlijk wordt behandeld. Hierdoor groeien leerlingen en hun zelfvertrouwen. Het draagt ook bij aan hun vertrouwen in jouw als leraar, in de school waar ze bij horen en waar iedere leerling gehoord worden.
Door (on)bewust te werken aan deze beschermende factoren, draag jij bij aan het versterken van de weerbaarheid van de leerlingen waardoor zij minder vatbaar zijn voor extremistische beïnvloeding.
Hoe maak je complexe thema’s als vrijheid van meningsuiting bespreekbaar in de klas? School & Veiligheid maakt zelf geen lesmateriaal en biedt daarom het lesmateriaal van TerInfo aan. Dit is gratis beschikbaar voor alle leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Kijk de op website van TerInfo voor het lesmateriaal.
TerInfo is een project van de Universiteit Utrecht, opgericht door hoogleraar Beatrice de Graaf. Deze organisatie helpt scholen bij het bespreekbaar maken van terrorisme, politiek geweld en disruptieve momenten. Hiermee draagt de organisatie bij aan de weerbaarheid van leerlingen.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
Je kunt niet wegkijken als je vermoedt dat een of meerdere studenten radicaliseren. Het signaleren en het onderzoeken van niet-pluis gevoelens behoort…
Ook als er (nog) geen sprake is van radicalisering, heeft de school de taak om te werken aan een sociaal veilig klimaat en burgerschap.
Sociale veiligheid zorgt ervoor dat jongeren zich op een evenwichtige manier kunnen ontwikkelen. En het zorgt ervoor dat zij zich verbonden voelen met de samenleving. Het voorkomt dat zij vatbaar zijn voor polarisatie en radicalisering. (Hoe) is deze boodschap in jullie visie en missie verweven? Hoe dragen jullie dit als team uit? Bespreek je dit wel eens met je team? Weet je hoe dit in jouw school geregeld? Belangrijke uitgangspunten hierbij voor iedereen op school zijn:
Vanuit de praktijk horen we de volgende vragen:
Herken jij je in bovenstaande vraagstukken en wil je handvatten leren hoe hier concreet en praktisch mee om te gaan, dan is het aan te raden een kosteloze teamtraining te volgen. Een voorbeeld daarvan is onze training Dialoog onder druk.
Heb je geen tijd om een training te volgen? Kijk dan naar onze gesprekstool Struisvogel sessie of Warming up – praten over wat raakt en wat actie vraagt.
Op dit moment ontwikkelen wij een e-learning Dialoog onder Druk die je kosteloos en in je eigen tijd kunt volgen. Wil je bericht krijgen als de e-learning online staat? Laat dan op deze pagina je gegevens achter.
In het artikel Omgaan met maatschappelijke spanningen in de klas (pdf) vertelt Liena van Loenen meer over de gespreksmethode Dialoog onder Druk. (uit: Jubileummagazine School & Veiligheid)
De preventiepiramide (deKlerck 2011) laat in één oogopslag duidelijk zien. De kracht en de rol van de school begint bij het begin. In de piramide is dat de onderste en stevige laag van de piramide. Daar leg je de basis en werk je aan een veilig schoolklimaat, te weten:
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft een top-10 van beschermende factoren samengesteld, waarvan uit onderzoek en literatuur bekend is dat ze bijdragen aan een positieve ontwikkeling.
Als voorbeeld noemen we drie factoren die beschermend werken:
Hoe meer beschermende factoren aanwezig zijn in het leven van een kind en jongere, des te beter. Al vormen deze beschermende factoren geen garantie voor het voorkomen van radicalisering.
School heeft ook een maatschappelijke opdracht, te weten de vormende taak die het onderwijs heeft. Het werken aan ‘burgerschap’, geeft kansen om door middel van maatschappelijke onderwerpen als gelijkheid, vrijheid, democratie en solidariteit preventief in te zetten op vervreemding van de samenleving en mogelijke radicalisering.
Door deze onderwerpen leren jongeren over hun eigen rol en bijdrage aan een diverse en democratische samenleving. Het bevordert actief burgerschap. Het maakt van jongeren zelfstandige en kritische burgers die leren zelf na te denken én te leren luisteren naar andermans standpunten. Dit maakt jongeren weerbaar en minder vatbaar voor polarisatie en radicalisering.
Deze opdracht sluit aan op het streven naar een inclusieve samenleving waar respect is voor diversiteit en waarin iedereen dezelfde kansen krijgt. Jongeren die zich niet gewaardeerd voelen, zich geen deel van de samenleving voelen en geen duidelijke toekomstperspectieven zien, lopen een groter risico om uit te vallen.
Daarom is het belangrijk om:
Hoe bevorder je veerkracht bij opgroeiende jongeren en hoe kun je gebruik maken van beschermende factoren die bijdragen aan weerbaarheid tegen extremistische attitudes en gedrag?
Om een veilige en stevige basis voor de jeugd te creëren, is samenwerking binnen gemeenten, met scholen én met lokale en regionale partners nodig.
Deze samenwerking, op het gebied van opvoeding, ontwikkeling, hulp en veiligheid, helpt voorkomen dat jongeren in de knel komen op school, thuis of in de vrije tijd. Of het nu gaat om criminaliteit, uitsluiting of radicalisering en polarisatie. Lees hierover meer in de publicatie Sociale veiligheid is van iedereen.
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) ontwikkelde de Richtlijn radicalisering voor jeugdprofessionals. Het rapport is informatief voor de (onderwijs)professional die zich misschien wel eens heeft afvraagt wat te doen met radicale uitingen of gedragingen; en is in het bijzonder voor geschreven voor de jeugdhulp en jeugdbescherming.
Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) biedt hulp en advies over de omgang met radicalisering en extremisme, ook aan onderwijsprofessionals. Het LSE beschikt over een hulp- en advieslijn. Zo kunnen burgers en professionals die zorgen hebben over (mogelijke) radicalisering en extremisme dit delen. En wanneer nodig kan LSE hier opvolging aan geven.
Wanneer sprake is van de terugkeer van een Nederlandse minderjarige uit een jihadistisch strijdgebied komen er verschillende partijen in beeld, zoals de gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming en het Landelijk Advies Team minderjarige terugkeerders (LAT). In het terugkeerproces komen scholen pas later aan bod.
Zodra de minderjarige weer onderwijs volgt, is het streven de student zo snel mogelijk een normaal leven te laten leiden. Daar hoort ook bij dat volwassenen om de student heen normaal met hem of haar omgaan.
Als een school te maken krijgt met zo’n situatie, dan kan School & Veiligheid een school hierbij kosteloos begeleiden. Door informatie en ondersteuning kunnen we je op weg te helpen in het normaliseren van de schoolsituatie. Wanneer je school-specifiek advies wil, neem dan contact op met ons Adviespunt.
Zie ook informatie van de Raad voor de Kinderbescherming.
Als docent ligt jouw rol in de klas bij de leerling. Maar er is een moment waarop jouw verantwoordelijkheid stopt en je hulp en expertise van anderen in moet schakelen.
Maak je je ernstig zorgen over bepaald gedrag, dan is het goed jouw zorgen te delen en te checken. Allereerst bij de student zelf. Waar maak je je zorgen over? Wat zie je? Vraag het ook een collega via een collegiale toetsing. Herkent die jouw zorg(elijke signalen)? Afhankelijk van de ernst van de zorg en de leeftijd van de student is het nodig om het er met de ouders over te hebben. Dit kan alleen in overleg met de betreffende student. De belangrijkste boodschap is: handel en beslis nooit alleen.
Meld signalen die mogelijk duiden op radicalisering intern bij een ‘centraal meldpunt’ (vertrouwenspersoon, zorgcoördinator, veiligheidscoördinator). Het centraal meldpunt schat (in samenwerking met ketenpartners) de ernst en urgentie in. Daarnaast biedt het gelegenheid om een totaalbeeld van signalen op te maken en structuur aan te brengen in de aanpak. Het vervolg kan bestaan uit overleg in het zorgteam, een gesprek met de ouders en afstemming met partners in de veiligheidsketen.
Een behulpzaam instrument hierbij is het Niet-pluisinstrument. Deze intervisietool kan houvast bieden bij het gesprek over een niet-pluisgevoel. Door uitwisseling van informatie en het spiegelen van observaties en interpretaties kan men puzzelstukjes bij elkaar leggen en het beeld van een jongere completer te maken.
Voor meer achtergrond- of verdiepende informatie verwijzen wij naar onze partners:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.