Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Seksuele grensoverschrijding
Kennisbank
Verwante thema's
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (soms verkort tot sgg), door een leerling of personeelslid, is het seksueel integere schoolklimaat in het geding. De impact kan groot zijn op de betrokkenen, de school en de ouders. Dit vraagt om zorgvuldig reageren, afhandelen en communiceren om het vertrouwen en de veiligheid te behouden of te herstellen.
Ook als een school preventief veel werk maakt van een seksueel integer klimaat, kan zich een situatie voordoen van (een vermoeden van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze realistische kijk (“het kán altijd mis gaan”) geeft de mogelijkheid om goed voorbereid te zijn op deze momenten, zodat ze zo min mogelijk schade aanrichten.
In dit artikel lees je hoe twee adviseurs van School & Veiligheid samenvattend uitleggen hoe integer omgaan met seksualiteit onderdeel uitmaakt van de sociale veiligheid op school, en hoe dit grensoverschrijdend gedrag voorkomt: Geen individuele zoektocht maar onderdeel van de school.
Om in te schatten of er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag kun je naar de zes criteria van het Vlaggensysteem kijken: wederzijdse toestemming, gelijkwaardigheid, vrijwilligheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/passend bij de situatie en zelfrespect. Met name bij leerlingen in het basisonderwijs kan het goed zijn om vanuit deze criteria te kijken omdat jonge kinderen elkaar ook vaak speels en onderzoekend aanraken zonder seksuele lading of intentie.
Seksuele grensoverschrijding is een verzamelterm voor alle vormen van seksueel gedrag die over de grenzen van een ander gaan. Eén van de partijen stemt niet in met de (seksuele) uitlatingen of handelingen van de ander. Dit kan gebeuren in de fysieke wereld en in de ‘online wereld’. Niet al het seksueel grensoverschrijdende gedrag is strafbaar. Als seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar is, noemen we het een ‘zedendelict’.
Er is sprake van seksueel misbruik als een volwassene seksuele handelingen verricht met een kind. We spreken ook van seksueel misbruik in andere situaties waarbij de pleger misbruik maakt van het leeftijdsverschil of van zijn of haar macht. Bij seksueel misbruik is er altijd sprake van ongelijkwaardigheidVoorbeelden van ongelijkwaardigheid: een volwassene en een kind, een hulpverlener en een cliënt (met een lichamelijke of verstandelijke beperking), een docent en een leerling..
Seksueel geweld is een term die gebruikt wordt voor alle seksuele handelingen die iemand onder dwang moet uitvoeren, ondergaan of zien. Seksueel geweld kan zowel online als offline plaatsvinden. Bij ‘hands-off’ seksueel geweld is er géén fysiek contact tussen pleger en slachtoffer: seksuele intimidatie, grooming, shame sexting en sextortionVoorbeelden van seksuele intimidatie: grapjes, dubbelzinnige opmerkingen, verhalen over seksuele ervaringen, dubbelzinnig gebruik emoticons. Grooming is het verleiden van een minderjarige voor seksuele doeleinden. Shame sexting is het ongevraagd doorsturen van sexy/naakt/seksueel getint beeldmateriaal. Sextortion is afpersing met seksueel getint beeldmateriaal van het slachtoffer. Bij ‘hands-on’ seksueel geweld is er wèl fysiek contact tussen pleger en slachtoffer: ontucht, aanranding en verkrachting‘Ontucht’ wordt in het wetboek van strafrecht omschreven als: “handelingen die in strijd zijn met de sociaal ethische norm”. Voorbeelden van aanranding: ongewenste aanraking (zoals tik op billen, ongewenste knuffel) / seksuele handelingen moeten doen of zien (zoals gedwongen aftrekken, moeten kijken naar masturberen of seksfilmpjes) / exhibitionisme (= genitaliën laten zien in het openbaar) / voyeurisme (= gluren naar -deels- naakte mensen). Er is sprake van verkrachting wanneer iemand met geweld of dwang seksueel binnendringt in het lichaam van een ander (oraal, genitaal of anaal).
Meer uitleg over vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen kinderen beschrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan vertoond worden door en tussen iedereen die op school aanwezig is. De diverse vormen en plegers vragen om verschillende wijzen van interpreteren en aanpakken. Je leest hierover in de volgende tabbladen:
Adequaat reageren kan om meer redenen ingewikkeld zijn; het vraagt om zorgvuldig afwegen en handelen, en om kennis van wet- en regelgeving.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder in de themakamer ‘Calamiteiten’ of het artikel ‘Omgaan met de media bij incidenten’. Bel ons Adviespunt. Of schakel het calamiteitenteam in.
Wil je weten hoe je schoolbreed kunt werken aan een seksueel integere en veilige sfeer ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder bij het thema ‘Omgaan met seksualiteit (po)’. Direct aan de slag om het schoolbeleid op dit thema op orde te krijgen: gebruik dan onze praktische SGG-preventietool.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
De kans is groot dat een van je leerlingen te maken heeft met seksueel misbruik. Wat kun je als leraar doen bij een aanwijzing van seksueel misbruik? En wat zijn de mogelijkheden als je alleen online contact hebt, zoals tijdens de coronacrisis.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag van po-leerlingen kan sterk variëren in aard en omvang. Ook de impact op de direct betrokkenen en de veiligheid in de school verschilt. Lees hier hoe je gedrag juist interpreteert, wat je moet doen en waar je rekening mee moet houden. Altijd met het oog op de integriteit en veiligheid van de direct betrokkenen en de gehele school.
Leerlingen zijn in ontwikkeling en moeten nog leren wat seksueel integer gedrag is. Ze zoeken grenzen op en gaan daar soms overheen. Soms is er sprake van (zwaar) grensoverschrijdend gedrag (zie verderop in de tekst hoe dan te handelen). Maar meestal volstaat een pedagogische reactie, bijvoorbeeld leerlingen nog eens herinneren aan de afspraken. Daarom is het belangrijk dat je kunt terugvallen op:
Het kan ook zijn dat niet de afspraken van de school of de klas worden overschreden, maar wel een persoonlijke grens van een leerling.Een jongetje dat op het schoolplein vriendschappelijk een kusje aan een meisje geeft, kan zomaar – zonder het door te hebben – haar grens overgaan. Misschien is het geen schoolregel, maar wel de grens van deze leerling. Kinderen moeten nog leren uitvinden wat hun eigen grenzen zijn en die van een ander, en hoe ze die kunnen uiten of bij een ander herkennen. Kijk dan of je met leerlingen in gesprek kan gaan om te kijken wat zij nodig hebben en wat ze kunnen leren van de situatie voor de toekomst.
Vaak experimenteren leerlingen buiten het zicht van leraren. Grensoverschrijding gebeurt doorgaans in een één-op-één-situatie zoals op de wc, in een kleedkamer, op een beschut plekje van het schoolplein, tijdens het schoolkamp of op een schoolfeest.
Wil dat zeggen dat je leerlingen 100% van de tijd in het zicht moet houden? Nee. Dat is niet wenselijk of mogelijk. Wat je wel kunt doen:
Naast de fysieke schoolomgeving zijn sociale media bij uitstek een plek waar leerlingen experimenteren, grenzen opzoeken en pesten. Dat lijkt soms buiten het bereik van de school, maar heeft wel degelijk invloed op de sociale veiligheid in de klas. Met seksuele grensoverschrijding online ga je vaak hetzelfde om als met grensoverschrijding in de klas en op school, omdat de impact vaak hetzelfde is.
Meer hierover lees je bij het thema Sociale Media en in het artikel ‘Sexting en ongewenste verspreiding van beelden’.
Het is niet altijd duidelijk of je te maken hebt met (ernstig) seksueel grensoverschrijdend gedrag of niet. Een goede interpretatie van dit gedrag is wel belangrijk omdat die richting geeft aan je reactie. En hoe jij reageert is bepalend voor de (seksuele) ontwikkeling van leerlingen en voor de sociale veiligheid in de klas of de school. Je wilt dus voorkomen dat je gedrag ten onrechte bagatelliseert, maar je wilt ook niet onnodig problematiseren en overreageren.
Om seksueel (getint) gedrag beter en objectiever te kunnen interpreteren, kun je gebruikmaken van het Vlaggensysteem. De zes Vlaggensysteem-criteria, waarmee je kijkt naar seksueel gedrag, zijn:
Lees ook het artikel ‘Ongewenste intimiteiten in de klas: wat doe je?’ van de Vlaamse website Klasse.
Op het moment dat je seksueel (getint) gedrag waarneemt, interpreteer je dus eerst wat er gebeurt. De conclusie kan zijn dat dit passend gedrag is en er geen reactie nodig is. Het is ook mogelijk dat je oordeelt dat er wel (bijna of licht) grenzen zijn overschreden en dat een pedagogische reactie op z’n plaats is. Het kan ook zijn dat je moet ingrijpen (zie volgende alinea).
De reactie en de route die bewandeld wordt bij grensoverschrijdend gedrag van leerlingen, hangt af van de aard van het gedrag, de intentie, de frequentie, de afspraken in de klas en de schoolregels. Wanneer duidelijk is dat je te maken hebt met een incident of (ernstig) seksueel grensoverschrijdend gedrag, vraagt dit om gepaste acties en maatregelen. Soms worden grenzen zo ernstig overschreden dat de veiligheid van leerlingen in gevaar is, bijvoorbeeld wanneer leerlingen elkaar dwingen tot seksuele handelingen. Dit vraagt om uiterst zorgvuldig handelen naar alle betrokkenen, om zo weer veiligheid en integriteit te creëren of herstellen.
In het kort kan de volgende route gevolgd worden binnen de school:
Wil je meer weten over deze route? Neem dan contact op met ons Adviespunt. Of kijk eens naar dit voorbeeld: ‘Stappenplan bij een incident PO’ (pdf), over acties na seksueel grensoverschrijdend tussen kinderen, van School & Veiligheid, IVP en GGD Hollands Midden.
Zorgvuldige communicatie rond een mogelijk incident is essentieel om het vertrouwen van ouders, personeel en leerlingen te behouden, een incident in goede banen te kunnen leiden, en over te kunnen gaan tot herstel.
In het artikel Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag leerlingen lees je hoe de school bij dit soort incidenten kan communiceren met alle betrokken partijen.
Het is belangrijk om een incident van seksuele grensoverschrijding niet als op-zichzelf-staand te zien. Als de storm is gaan liggen, is het verleidelijk om weer over te gaan tot de orde van de dag. Maar om nieuwe incidenten in de toekomst te voorkomen, is blijvende aandacht nodig voor een veilige sfeer, voor hoe je met elkaar omgaat en voor openheid rondom seksualiteit. Dit noemen we ‘werken aan seksuele integriteit’.
Hoe je werkt aan seksuele integriteit – en waarom hier een sterke preventieve werking vanuit gaat – lees je bij het thema Omgaan met seksualiteit (po). Hoe je werkt aan een goede relatie met ouders, lees je in de Themakamer ‘Samen met ouders (po)’.
De relatie van een schoolmedewerker en een leerling mag nooit geseksualiseerd zijn. Toch gebeurt het regelmatig dat, bedoeld of onbedoeld, leraren en leerlingen seksueel (grensoverschrijdend) gedrag naar elkaar vertonen. Hoe kan, of moet, de betrokken medewerker en de school hier preventief mee omgaan en op reageren?
De relatie tussen een leraar en een leerling is een pedagogische relatie, waarin de leerling afhankelijk is van de leraar, die een machtspositie heeft. Deze relatie mag daarom nooit door de leraar geseksualiseerd worden. Leraren kunnen geen dubbelzinnige grapjes of seksueel getinte opmerkingen maken in de klas, dito sociale media berichtjes posten of andere seksuele aandacht geven aan leerlingen. Dit is niet integer, onprofessioneel en bovenal ongewenst gedrag, en in sommige gevallen zelfs strafbaar.
Hoe zorg je als schoolleiding dat alle schoolmedewerkers weten welk gedrag prima is en wanneer je misschien over een grens gaat? Hiervoor is het van belang dat de school werkt aan een open en integere cultuur en aan (seksueel) integer gedrag van het personeel. Wat hierbij kan helpen:
Wat te doen als een collega of een medewerker seksueel gedrag vertoont richting een leerling dat ‘op het randje balanceert’? Het gedrag is niet strafbaar, misschien schendt het ook niet echt de gedragscode, maar ‘het voelt ook niet helemaal goed’. Die gevallen laten zien hoe belangrijk een open gesprekscultuur is op school. Want je wilt samen met het team toegroeien naar duidelijkheid wat jullie integer vinden en wat niet.
Wanneer een schoolmedewerker zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen ten opzichte van een leerling, gaat het niet meer over de schoolregels maar moet worden gehandeld naar de wet. Zo gaat bij (het vermoeden van) een zedendelict van een schoolmedewerker naar een leerling, de meldplicht in werking. Ook als de veiligheid van de leerling of de medewerker in gevaar is, gelden er wettelijke regels.
Hoe weet je wanneer seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar is voor de wet, waardoor sprake is van een zedenmisdrijf (ook wel ‘zedendelict’ genoemd)? Lees hiervoor het onderdeel Wet- en regelgeving bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op school (po).
NB: Onderneem in ieder geval altijd (een weloverwogen) actie als een leerling iets meldt.
Goede communicatie is essentieel om het vertrouwen van ouders, personeel en leerlingen in de school te behouden. Dit is wat nodig is om het incident in goede banen te kunnen leiden.
Uitgebreide informatie hierover vind je in de volgende artikelen:
Heb je te maken met een incident en wil je sparren over wat je kunt doen of over of je het juiste hebt gedaan? Bel of mail dan met ons Adviespunt.
Ook onder collega’s is een veilig en seksueel integer klimaat nodig. Waarom? Om je werk te kunnen doen en om een voorbeeldfunctie te vervullen. Dit vraagt om duidelijke schoolregels, openheid en aanspreekbaarheid in het team. Wanneer iemand werkelijk over een grens is gegaan, kan een vertrouwenspersoon ondersteunen en is wetgeving van toepassing.
Seksuele en seksueel getinte avances, grapjes en opmerkingen tussen medewerkers onderling: wat is acceptabel en wat gaat over de grens? Iedereen vraagt zich dit wellicht weleens af. Een hand op de billen van een collega leggen, is gedrag dat echt ‘niet kan’. Maar hoe zit het met een arm over de schouder, een compliment over een (strakke) rok of bewondering voor iemands zichtbare resultaten in de sportschool?
Om te weten en aan te voelen welk gedrag op jullie school goed past, wat echt niet kan en wat daar tussenin zit, is één en ander nodig. Hoe je in het team tot integere en relaxte omgangsvormen komt, en daar afspraken over maakt, beschrijven we bij het thema ‘Omgaan met seksualiteit (po) / in het team’.
Als je getuige bent van een discutabele opmerking of mogelijk grensoverschrijdend gedrag van een collega richting een andere collega, kun je de geadresseerde laten weten wat je zag of hoorde en checken hoe dat viel. Als dat negatief is, kun je eventueel aanmoedigen om de collega aan te spreken over dit kwetsende of ongepaste gedrag. Als het een opmerking of gedrag richting jouzelf is, kun je uitgaan van de stelregel: “Als het voor mij onprettig of ongemakkelijk voelt, dan kan het niet”.
Het is altijd lastig om ‘kritiek’ te hebben op iemands gedrag, maar het is in elke organisatie belangrijk om elkaar feedback te kunnen geven. Als de sfeer in een team voldoende veilig en collegiaal is, kan ook gemakkelijker tegen elkaar gezegd worden dat bepaald gedrag voor jou niet zo fijn voelt.
Wanneer een schoolmedewerker zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen ten opzichte van een collega, gaat het niet meer over de schoolregels maar moet worden gehandeld naar de wet. Ook als de veiligheid van de medewerker in gevaar is, gelden er wettelijke regels. Maar hoe weet je welk gedrag tussen collega’s strafbaar is? Lees hiervoor het onderdeel Wet- en regelgeving bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op school (po).
Goede communicatie is essentieel om het vertrouwen van ouders, personeel en leerlingen in de school te behouden. Dit is nodig om het incident in goede banen te kunnen leiden. Het artikel Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag door een schoolmedewerker gaat dieper in op de vraag hoe je als school kunt communiceren met ouders, leerlingen en het eigen personeel wanneer sprake is van grensoverschrijdend gedrag van een leraar naar een leerling, maar in het artikel staan ook nuttige tips voor het geval er sprake is van een incident tussen collega’s.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder bij het thema Calamiteiten (po) en in het artikel Omgaan met de media bij incidenten. Bel ons Adviespunt. Of schakel het calamiteitenteam in.
Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of om te spelen met leerlingen of ouders in het primair onderwijs. Naast de versie voor het primair onderwijs is er ook een versie voor het voortgezet onderwijs en mbo.
Incidenten rond seksueel grensoverschrijdend gedrag doen zich voor op iedere school. Naast maatregelen om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het ook van belang dat schoolleiding en bestuur maatregelen nemen om te zorgen dat slachtoffers melden als er iets gebeurt en dat iedereen weet wat er in een dergelijk geval wel en niet moet gebeuren – en dat dit ook gebeurt.
Als leerlingen, ouders of medewerkers te maken krijgen met (seksueel) ongewenst gedrag is de vertrouwenspersoon de aangewezen persoon om de route mee te bepalen. De vertrouwenspersoon dient er dus voor te zorgen bekend en benaderbaar te zijn voor leerlingen en medewerkers. De vertrouwenspersoon geeft zo vaak voorlichting over de eigen functie dat iedereen weet wat er gebeurt als er een melding wordt gedaan.
Meer informatie over de rol van de vertrouwenspersoon bij ongewenst gedrag lees je bij het thema Vertrouwenswerk (po).
In het verleden leken incidenten van seksueel grensoverschrijdend gedrag op school vaak/meestal niet gemeld te worden. Nu er veel meer media-aandacht is voor dit onderwerp lijkt de meldingsbereidheid ook op scholen groter. Desondanks zal het voor veel leerlingen moeilijk blijven om te melden. Onderzoekers noemen verschillende redenen waarom kinderen seksueel gedrag niet melden:
Leerlingen zullen incidenten vermoedelijk vaker melden als ze een goede relatie hebben met de leraren en de rest van de medewerkers; als er een open en seksueel integere sfeer heerst op school; als ze weten wat wel en niet oké is; als ze weten wat ze moeten doen als iemand over een grens gaat; als ze weten dat de school meldingen serieus neemt. Hetzelfde geldt voor de medewerkers. Drie tips hoe een school hier aan kan werken:
Bij een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag, moeten er verschillende scenario’s gevolgd worden, die onder meer afhankelijk zijn van de aard van het incident en de leeftijd van pleger en slachtoffer. In de tabbladen Tussen leerlingen / Tussen medewerker en leerling / Tussen medewerkers krijg je handvatten om in te schatten hoe het gebeurde geïnterpreteerd moet worden.
In het tabblad Seksuele grensoverschrijding (po) / wet- en regelgeving en het tabblad ‘De schoolomgeving’ lees je meer over het vervolg na een melding. Het is bijvoorbeeld belangrijk om de juiste juridische woorden te gebruiken.
Ook kan zich de situatie voordoen dat er een vermoeden is dat het grensoverschrijdenden gedrag niet in de school plaatsvindt, maar dat een leerling buiten school slachtoffer is van seksueel misbruik. Lees dan verder in het artikel Vermoedens van seksueel misbruik.
De evaluatie van een incident van seksuele grensoverschrijding is om diverse redenen van belang:
Soms kan de periode rond een incident heftig zijn geweest voor diverse betrokkenen. Met goede nazorg en herstel kunnen betrokkenen verwerken wat er is gebeurd.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder in het thema Calamiteiten (po) en het artikel Omgaan met de media bij incidenten. Bel ons Adviespunt om met je mee te denken, of schakel het calamiteitenteam in.
In de praktijk gebeurt het geregeld dat een school pas tijdens een incident uitzoekt of het beleid heeft over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Gezien de impact van dit soort incidenten is het echter sterk aan te raden dit beleid in rustiger tijden goed uit te denken en vervolgens levend te houden. Op deze manier kan het ook een preventieve rol vervullen; incidenten voorkomen is immers beter dan ervan genezen.
Om het schoolbeleid met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag goed op orde te brengen, kan een schoolleider de SGG-preventietool gebruiken.
Zo werk je met de SGG-preventietool:
Ga naar de SGG-preventietool om seksueel grensoverschrijdend gedrag op school te voorkomen
Bij een vermoeden of melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag op school zijn verschillende partijen betrokken, zoals de vertrouwensinspectie, de zedenpolitie, de ouders en de media.
Het is belangrijk dat alle betrokkenen op school, vanaf het eerste moment van een melding, ook in taal verstandig handelen. Wanneer iemand nog niet schuldig is bevonden en er nog geen aangifte is gedaan, spreken we over een ‘beklaagde’. Op het moment dat aangifte is gedaan, gaat het over de ‘aangeklaagde’. Pas als iemand officieel schuldig is bevonden, kunnen we praten over de ‘schuldige’. Degene die een klacht doet over grensoverschrijdend gedrag, heet de ‘klager’. Pas op het moment dat het vermoeden waarheid blijkt te zijn, wordt deze persoon ‘slachtoffer’ genoemd.
Bij het vermoeden van een incident dien je in overleg te gaan met een deskundige van de vertrouwensinspectie (0900-1113111). Ga niet zelf op onderzoek uit, maar overleg met de deskundige of er sprake is van een redelijk vermoeden en welke stappen moeten worden gezet. Bij een redelijk vermoeden moet aangifte worden gedaan. De zedenpolitie doet vervolgens onderzoek naar wat er precies is gebeurd. Pas wanneer het vermoeden waar blijkt te zijn, worden eventueel ook anderen dan de betrokkenen op de hoogte gesteld. Houd het dus zo klein als mogelijk en zo groot als nodig.
Check de folder ‘Zo klein als mogelijk, zo groot als nodig’ staat onder meer wat schoolleiders en bestuurders moeten doen bij een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Op pagina 10 staat een lijst met ondersteuningspartners.
Het eventueel inschakelen van de politie bij een geval van (mogelijk) seksueel grensoverschrijdend gedrag door een met taken belast persoon, gebeurt dus pas nadat het bestuur overleg heeft gehad met de vertrouwensinspectie.
Samenwerken met de politie doet de school bij voorkeur niet alleen na overtredingen en andere problemen. Vooral in de preventieve sfeer kunnen school en politie veel voor elkaar betekenen. Denk hierbij onder meer aan het (signaleren van) ronselen door loverboys, sexting of sextortion. Zorg daarom voor een goede relatie met de contactpersoon bij de politie.
Meer informatie over de politie als partner, ook bij incidenten, vind je op de pagina Politie als partner in schoolveiligheid. Ga voor meer informatie naar de website vraaghetdepolitie.nl of neem contact op met de contactpersoon van je school bij de politie.
Meer informatie over de politie als partner, ook bij incidenten, vind je op de pagina Politie als partner in schoolveiligheid.
Ga voor meer informatie naar de website vraaghetdepolitie.nl of neem contact op met de contactpersoon van je school bij de politie.
De zwaarte van een incident bepaalt de manier van communiceren met ouders/verzorgers. De school kan contact opnemen met alleen de ouders van de betrokken leerling(en), met de ouders van de betrokken klas óf met de ouders van alle leerlingen (niet betrokken ouders). Het vertrouwen van ouders in de school is een voorwaarde om het incident in goede banen te leiden. Duidelijke, tijdige en frequente communicatie zorgt dat ouders het vertrouwen in de school behouden.
Ouders willen vaak geïnformeerd worden over het precieze verloop van het incident. Ervaring leert dat het in bijna alle gevallen onmogelijk is om een feitelijke gebeurtenis te achterhalen. Bovendien zorgt de Wet Bescherming Persoonsgegevens ervoor dat elk individu beschermd dient te worden omtrent zijn uitspraken en gedragingen. Dit zorgt soms voor onbegrip en frustratie van ouders.
Lees meer in de artikelen ‘Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag door leerlingen’ of ‘… door een schoolmedewerker’. Een goed contact met ouders na een incident, begint bij de basis van een goed opgebouwd oudercontact over seksuele integriteit in het algemeen.
Lees meer in de artikelen ‘Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag door leerlingen’ of ‘… door een schoolmedewerker’.
Een goed contact met ouders na een incident, begint bij de basis van een goed opgebouwd oudercontact over seksuele integriteit in het algemeen.
Bij een ernstig incident kan de school overwegen om een ouderavond te organiseren, samen met GGD, CJG/wijkteam en politie. Er moet dan voldoende informatie te geven zijn over wat er gebeurd is en wat de school heeft gedaan in reactie hierop. De vertrouwensinspectie adviseert deze optie zorgvuldig te overwegen vanwege het risico van escalatie.
Lees meer over ouderavonden in het artikel Ouders als partner in schoolveiligheid.
Misschien ben je als school goed voorbereid op incidenten en calamiteiten. Maar als het gebeurt, zal het iedereen toch overvallen. Zeker als de media ineens voor de poorten staan. Journalisten kunnen in zo’n vervelende situatie voelen als een ‘vijand’, maar met de juiste tools en handvatten voor een goed mediabeleid sta je als school sterk in je schoenen.
Verder lezen over Omgaan met de media bij incidenten.
Om op school een veilige en stevige basis voor leerlingen te creëren, is samenwerken met gemeenten en lokale en regionale partners nodig. Samenwerking op het gebied van opvoeding, ontwikkeling, hulp en veiligheid, helpt om te voorkomen dat de jongeren in de regio in de knel komen en te maken krijgen met criminaliteit, uitsluiting, radicalisering of polarisatie.
In opdracht van Platform JEP schreef het NJi hierover een publicatie in afstemming met School & Veiligheid: ‘Sociale veiligheid is van iedereen’.
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (sgg) is verschillende wet- en regelgeving van kracht. De leeftijden van dader en slachtoffer bepalen of er sprake is van jeugdstrafrecht, een Halt-afdoening, Arbo-wetgeving of een zedenmisdrijf met meldplicht.
Seks met een minderjarige is in principe strafbaar, ook als het contact door beiden wordt gewenst. Seks met een kind jonger dan 12 jaar is altijd strafbaar. Maar bij jongeren van 12 tot en met 17 jaar geldt dat het Openbaar Ministerie ze vraagt naar hun mening, ‘zo mogelijk’ en in bepaalde gevallen (art. 167a Sv).
Jongeren van 12 tot en met 17 jaar kunnen volgens het jeugdstrafrecht een taakstraf of jeugddetentie krijgen. Jongeren van deze leeftijd komen in aanmerking voor een verwijzing naar Halt, als ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Dit heet een Halt-straf of een Halt-afdoening. De Halt-straf geeft jongeren de kans hun fouten recht te zetten.
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag van kinderen onder de 12 jaar wordt geen jeugdstrafrecht toegepast, zodat ook geen officiële aangifte kan worden gedaan. Een melding doen kan soms wel.
Als het gaat om aanranding of verkrachting tussen leerlingen, kan de getroffen leerling (of diens ouders) aangifte doen bij de politie.
De Arbowet verplicht werkgevers om werknemers te beschermen tegen seksuele intimidatie. In de Arbowet valt dit onder ‘psychosociale arbeidsbelasting’. De werkgever is verplicht hierop actief beleid te voeren. Seksuele intimidatie dient opgenomen te worden in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Bovendien moet de werkgever een plan van aanpak ontwikkelen, preventieve maatregelen nemen en zorgen dat werknemers die er last van hebben adequate hulp krijgen.
De kern van de ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’ is de MOA: de meld- overleg en aangifteplicht. De MOA houdt kortweg in dat bij het vermoeden van een zedenmisdrijf – gepleegd door een schoolmedewerker (formeel: “een met taken belast persoon”) jegens een minderjarige leerling – elke schoolmedewerker verplicht is om het bevoegd gezag hierover te informeren. Dit is de zogenaamde ‘meldplicht’. Wat zedendelicten zijn, staat in het Wetboek van Strafrecht.
De wet MOA kent een eigen stappenplan/procesgang. Lees hierover in onze folder Grenzen aan gedrag, die gaat over de wettelijke kaders van seksueel ontoelaatbaar gedrag van schoolmedewerkers naar leerlingen. Het verschil tussen Meldcode en Meldplicht lees je in de gelijknamige folder.
De wet MOA kent een eigen stappenplan/procesgang. Lees hierover in onze folder Grenzen aan gedrag, die gaat over de wettelijke kaders van seksueel ontoelaatbaar gedrag van schoolmedewerkers naar leerlingen.
Het verschil tussen Meldcode en Meldplicht lees je in de gelijknamige folder.
Volgens artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht zijn ontuchtige handelingen door een schoolmedewerker jegens een minderjarige leerling strafbaar. Deze wet benadrukt tevens de afhankelijkheidsrelatie tussen leerling en schoolmedewerker, wat belangrijk is voor het vo en mbo.
Leerlingen (vanaf 12 jaar), hun ouders en het onderwijspersoneel hebben het recht om te klagen over maatregelen, nalatigheid en gedrag. Dit is geregeld in de ‘Wet op het voortgezet onderwijs’.
Bij niet-strafbaar gedrag, zoals het maken van een seksueel getinte opmerking, gaat het om seksuele intimidatie. Er is geen sprake van seksueel geweld en het gaat niet om een zedendelict. In een dergelijk geval kan een leerling, een ouder of een schoolmedewerker een klacht indienen tegen degene die intimideert. Hoe dat moet, staat in de klachtenregeling van de school. Als de school hier niet tegen optreedt, kan daarover een klacht worden ingediend tegen de school. Die klacht dient tevens afgehandeld te worden zoals beschreven is in de eerdergenoemde klachtenregeling.
Lees meer over het omgaan met klachten op school.
De Wet veiligheid op school verplicht het bevoegd gezag van de school om zorg te dragen voor de veiligheid op school. De wet schrijft onder meer voor dat een school een ‘actief veiligheidsbeleid’ moet voeren, een aantal taken moet beleggen en de beleving van veiligheid & welzijn van hun leerlingen moet volgen. Dit betekent dat de school niet alleen seksueel grensoverschrijdend gedrag tegengaat, maar vanuit een preventief beleid altijd werkt aan het bevorderen van een positief en veilig schoolklimaat.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.